Om 11 uur in de ochtend arriveren we bij de Cuyabeno brug. Vanaf hier is het nog drie uur varen in een kleine boot met onze hele groep; acht mensen in totaal. Het eerste kwartier ben ik helemaal verrukt; met een boot door een chocoladebruine rivier dwars door de Amazone, hoe vet is dat! Dat ken je toch alleen maar uit natuurdocumentaires? Na een kwartier komt de regen met bakken uit de lucht. Stom, nooit echt doorgedacht bij het woord ‘regenwoud’. Het regent 2,5 uur onafgebroken. We krijgen allemaal een regenponcho uitgereikt die niet kan voorkomen dat ik het ijskoud krijg op den duur. Ik heb honger en ik ben moe. De 18 jarige Helena uit Duitsland naast me word ook steeds stiller. Ik vraag een tweede poncho; dat scheelt iets tegen de kou. Eindelijk is onze Tucan Lodge is zicht. Waarom moesten we ook weer uitgerekend de meest afgelegen lodge boeken?
De lunch is heerlijk en ’s avonds gaan we weer -het is inmiddels droog- met de boot naar een meer. Daar zien we de vin van de beroemde ‘roze dolfijnen’ naast onze boot en wagen we een zwemmetje in het meer. Ik probeer soepeltjes terug te klimmen in de boot, maar het lijkt meer op het binnenhalen van zeeleeuw….. Ik word aan alle kanten gestut en geduwd en dat is nodig ook.
Onze groep blijkt hilarisch. Kerrie is een Canadese en is een week ouder dan ik. Wij fluisteren elkaar de hele tijd cynische commentaren toe over de gids en over de groep. Onze gids blinkt niet uit in het scheppen van duidelijkheid over het programma vooraf, wat Kerrie tot wanhoop drijft. Ze maakt 200 foto’s per dag en heeft tassen met medicijnen bij zich ‘voor-je-weet-nooit’. Met haar 1.60 meter komt ze nauwelijks boven de grote bierpullen uit die ze bij het diner besteld. Dan is er een Mexicaan met een goddelijk lijf voor 43 jaar: denk type Tom Selleck ofwel Magnum. Hij heeft een YouTube kanaal met video’s over bijzondere dieren (obsessie sneeuw luipaard en pocket monkey) en reist de hele wereld over. Ook 43 jaar is Arcadius (Pools/Duits), een survival guide in zijn thuisland en door mij al snel ‘Crocodile Dundee’ gedoopt. Arcadius staat overal vooraan, slingert aan lianen door het woud, zit voor het licht wordt al in een kayak op de rivier, laat zich moedwillig prikken door de ‘giant ant’ in het woud voor de ‘Energy Boost’ die de pijn van de prik zou geven. Hij is kortom een echt Crocodile Dundee aan wie wij de hele tijd pesterig vragen of hij al een baan als gids aangeboden heeft gekregen. Hij vlast op langer blijven en in zijn eentje in een hangmat in de jungle proberen te overleven.
Dan zijn er nog twee Duitse jonge meiden die het totaal op mij hebben gemunt. “Chris, zjoe are zo cooool’ (lijzig Duits accent); vraag me niet waarom. Ze verzinnen een fantasie verhaal over dat ik op zoek zou zijn naar wasberen in deze jungle en blijven daar drie dagen onvermoeibaar over doorgaan. Ze zijn helaas mijn buren in mijn hut, dus als ik ’s morgens stilletjes naar de WC ga hoor ik al door de wand: ‘Chris, Chris! Have you zeen the racoons???’ Tsja, je moet erbij zijn geweest.
De rest van de dagen zien we gelukkig de zon, al blijft water een rode draad in deze trip. We gaan ‘hiken’ in de jungle met onze gids, die uitleg geeft over de insecten, de planten en de overige dieren in de jungle. We doen hier alles op rubberlaarzen tegen de slangen, maar op een gegeven moment staat het water in de jungle zo hoog dat het je laarzen instroomt. Verder lopen we tot het water bij mij tot mijn ribben komt. Ik houd mijn rugzak met mijn verrekijker boven mijn hoofd. Crocodile Dundee hakt voor iedereen een stok om het water mee af te tasten, omdat je met je laarzen niet achter een wortel van een boom moet blijven haken. De Mexicaan struikelt toch drie keer en zijn fotocamera van 2000 euro inclusief toeter van een lens valt in het water; dag camera! Hij vloekt niet eens en neemt zijn verlies. Kerrie stikt ondertussen bijna van het kopje onder gaan en van het lachen omdat zij met haar 1 meter 60 tot aan haar nek in het water staat en zij zich -terecht- afvraagt waar ze in godsnaam mee bezig is. Crocodile Dundee is natuurlijk helemaal in zijn element en gaat voorop door het water met zijn duffe safari-hoed. Ik kom nog goed uit de strijd met een droge verrekijker en slechts de puntjes van twee scherpe doorns -alle bomen hebben hier stekels- in mijn arm.
De geluiden in de jungle vind ik het meest indrukwekkend. De gekste uitroepen en klanken -van vogels, kikkers tot apen - met als basis altijd het luide getsjirp van de ‘cicada’s’ (krekels). Het aanbod van vogels valt me een tikje tegen; dat was in Colombia beter. We zien tot teleurstelling van de Mexicaan ook niet het beest waarvoor hij gekomen is; de ‘pocket monkey’ maar ja, zijn camera is nu toch kapot. We zien wel ontelbaar veel spinnen; Tarantula’s op onze tafel bij het diner, bananenspinnen in het bos, schorpioenen, wandelende takken. We gaan twee keer ’s nachts hiken door het bos, waarop de schijnwerper telkens weer op een nieuwe insect wordt gericht. We lopen zelfs even zonder licht een paar meter met zijn allen door het bos elkaar vasthoudend; ja, deze trip is niet voor watjes. Ik ben gelukkig niet zo bang voor spinnen, maar ik vind ze ook niet zo interessant. Ik check vooral mijn schoenen voordat ik ze aandoe. Verder zien we Anaconda slangen en veel verschillende apensoorten. Het mooist vind ik eigenlijk de grote azuurblauwe vlinder die bijna wel op een kleine vogel lijkt. Ik ken hem uit de Hortus in Amsterdam nota bene. De dieren die MIJ het leukst vinden zijn de muggen. Ik spuit zelfs mijn legging in met 40% deet, maar ik heb zeker 60 muggenbulten op mijn benen die ongelofelijk jeuken en branden elke ochtend.
Onze lodge wordt gerund door de ‘Siona people’; dat is een stam van 340 mensen die in dit stuk van de Amazone wonen. Op dag drie gaan we met gids Carlos met een boot op bezoek in ‘zijn’ dorp. Daar wacht ons de Sjamaan, in traditionele kleding. Vroeger vond ik dit soort quasi authentieke onderdelen altijd heel gênant, maar nu geef ik me er maar aan over en houd ik me minder bezig met de vraag of we hiermee voor de gek gehouden worden. De stam blijft onder andere door toerisme zichzelf kunnen voorzien in hun levensonderhoud en dat is wellicht een mooi alternatief voor het boren naar olie, wat ze anders - naar eigen zeggen- zouden doen. De Sjamaan vertelt over het gebruik van Ayahuasca (geestverruimend middel) en ‘behandelt’ enkele toeristen door met een bladerentak tegen het gekwetste lichaamsdeel te slaan. Die zitten vervolgens onder de uitslag en bulten en ik hoor niemand later over verminderde pijn. De Sjamaan schenkt ons nog maar eens een borrel in van getrokken boombast. Licht beneveld verlaten wij zijn hut voor nog een rondje langs kraampjes met kettingkjes en een heerlijk gestoomde Tilapia maaltijd in bananenblad. Er is nog net even tijd om de ‘huis-Capibara’ van het dorp te aaien.
Onze laatste avond als groep wordt gevierd met uitgelaten spelletjes Jenga met een vragenlijst met vragen waar niemand eigenlijk antwoord op wil geven (denk; seks). He bah, wat flauw. De volgende dag vertrekken de meesten van de groep en omdat ik 5 dagen heb geboekt blijf ik over met Crocodile Dundee en de Mexicaan. Zo zie je maar; alleen de sterksten blijven over ;-). We gaan -na het uitzwaaien van de rest- met zijn vieren in twee kajaks de rivier op en de gids en ik spotten daarbij zeven otters die hun gekke koppen heel dichtbij uit het water steken. Heel bijzonder -vind zelfs de gids- die zelf voortdurend hele bijzondere Otter-geluiden produceert om ze te lokken. Sowieso bizar om te zien hoe hij al op 500 meter afstand vanuit een kano een kleine slang kan spotten; alsof hij ogen heeft als verrekijkers of een zesde zintuig. Dat is geweldig om te zien; hoe de Siona vergroeit zijn met hun omgeving.
De rest van de dag hang ik eindelijk eens te luieren en te lezen in het net achter mijn hut. Ze hebben ons het wifi password gegeven, maar alle nieuwe berichten lijken uit een andere wereld te komen. Het was goed voor mij om me op deze trip even helemaal af te sluiten. De laatste ochtend dobber ik met Crocodile Dundee bij zonsopgang in een kayak nog een laatste keer over de rivier om de jungle wakker te horen worden. Er is geen betere ochtend-meditatie denkbaar.
Met een tas vol ongelofelijk stinkende natte was en een hart vol met jungle beginnen we aan de lange terugreis naar Quito.
7 opmerkingen:
Ik wou dat ik er bij was geweest, die groep en die rivier!!!
het is wel heel fijn om (als het er steeds niet van komt) in één keer lekker verder te lezen. Die Polarsteps dat lukt mij niet dus ik blijf hopen op een dia avond of zoals dat nu heet een Powerpoint presentatie!
Dat zou wel heel gezellig geweest zijn!
We gaan iets voor je verzinnen. Misschien ga ik gewoon wel de Polarsteps foto's voor je afspelen op een laptop. Maar ja, wellicht heeft het ook zo zijn charmes om het zelf te bedenken door het lezen van de verhalen....
Chris wil je over je volgende reis een podcast maken? Of een luisterboek? Het lijkt me geweldig om deze verhalen met jouw stem te horen, dat lukt door je fijne schrijfstijl een behoorlijk goed, maar een podcast lijkt me erg leuk!!
Weer van Leila trouwens
Goed idee wel! Maar misschien blijft er niks van over met mijn ietwat lijzige geluid ;-). Het lijkt me wel leuk om een keer iets met podcasts te doen!
Een reactie posten