vrijdag 14 maart 2025

Guayaquil en de lege straten

Ik probeer deze ‘step’ kort te houden, want dit is bepaald geen hoogtepunt van de reis. Maar ik wil het toch beschrijven, omdat ook dit bij reizen in dit land hoort. Ik ben in Guayaquil, de tweede stad van Ecuador, omdat ik ooit bedacht had dat het handig zou zijn om van hier naar de Galapagos te vliegen. Niet dus. Ik had dat beter vanuit Quito kunnen doen, dat is voortschrijdend inzicht. Zoals inmiddels genoegzaam bekend heb ik niet alles vooraf tot in de puntje uitgezocht en dat heeft soms consequenties.

Goed, eergisteren hoorde ik van medereizigers op de vulkaantour dat het heel gevaarlijk is hier in Guayaquil. Ik had alweer een tijdje niet op de app van Buitenlandse Zaken gekeken en was eerlijk gezegd een beetje verbaasd. Dat liet ik natuurlijk niet merken aan mijn medereizigers, voor je het weet denken ze dat je niet geïnformeerd bent! Ik krijg van vrienden uit Nederland artikelen uit de Economist toegestuurd over de politieke situatie in Ecuador, maar het is ironisch genoeg nou niet zo dat je er hier -als niet-Spaans sprekende toerist- in het land zelf er automatisch heel veel van meekrijgt. Heel bizar eigenlijk.

Maar goed. Er zijn hier dus ‘shootings’ tussen bende-leden op straat en er wordt ook wel eens een toerist gekidnapt. Bijvoorbeeld door een taxichauffeur. Dit alles omdat de drugshandel is verplaatst van Colombia naar Ecuador en het gerelateerde geweld en de criminaliteit blijkbaar oplaait in deze stad. En uitgerekend in deze stad moet je -met betaalautomaten die per dag maar 300 USD uitspugen- al je cash voor Galapagos bij elkaar schrapen. Daar zijn maar weinig ATM’s. Het is best een ongelukkige combi.

Zo’n kidnapping wil je niet als je alleen maar op weg bent naar de Galapagos. Het zou toch zonde zijn van alle hotelreserveringen. Ik boek vanaf het vliegveld dus een Uber, omdat die veiliger zijn dan taxi’s. Je krijgt hier een code voor je rit die de chauffeur moet intoetsen als extra veiligheidsmaatregel. Dat niet een of andere malloot je komt ophalen voor iets dat toch een kidnapping blijkt te zijn. Ik word keurig afgezet bij het hotel. In het hotel vraag ik of het safe is om buiten te lopen. Volgens de receptie wel, een paar ‘blocks’ rond het hotel, alleen ’s avonds is het minder veilig.

De twee uur dat het nog licht is ga ik toch even een rondje lopen. Ik navigeer met Google Maps op mijn telefoon, maar het is hier niet zo’n goed idee om opzichtig met je telefoon door de stad te gaan lopen. Ik gok dus welke kant het centrum op is en ik gok precies verkeerd. De straten zien er heel ‘smoezelig’ uit. Mensen kijken mij verbaasd aan en hier en daar wordt ik begroet. Geen teken dat ze dagelijks veel toeristen zien. Veel dichte rolluiken, van olie doordrenkte werkplaatsen, een enkele dakloze die tegen de rolluiken ligt. Ik oriënteer me op een oude kerk, omdat ik denk dat daar een soort van centrum is. Een kerk blijkt ook handig om ongestoord op je Google Maps te kijken en te constateren dat je dus verkeerd loopt. Buiten de kerk lange rijen met zeer armoedig ogende mensen. Ze wachten op misschien een maaltijd of verzorging; ik kom er niet helemaal achter.

De sfeer op straat is niet vrolijk. Het is een beetje grimmig. Ik word er niet blij van. In het centrum is het iets drukker, maar ik zie geen enkele andere toerist. Winkels zijn niet uitnodigend, de ‘vibe’ is niet feestelijk. Zo slinger ik me van kerk naar kerk om op mijn telefoon te kunnen kijken, soms zelfs tijdens de dienst! Ik word nog een gelovig mens! Veel lelijke vieze gebouwen, tussendoor ook veel mooie verweerde koloniale panden, maar alles ademt vergane glorie. Ik zoek dekking in waarschijnlijk 'de trots van Guayaquil’; de beveiligde nieuw gebouwde boulevard ‘Malecon’ met allerlei speeltoestellen en een winkelcentrum. Allemaal zeer lelijk en ongezellig. Het water van de zee is bruin en er drijft veel troep in. In het winkelcentrum zoek ik op mijn telefoon naar een restaurant. Dit heb ik echt nog niet meegemaakt, dat je niet weet waar je moet eten! Ik beland uiteindelijk in een restaurant op de boulevard -leeg- waar een ober heel erg zijn best doet Engels te praten.

Over taal gesproken; er is sprake van een merkwaardig fenomeen. Waar ik in Colombia nog best redelijk Spaans probeerde, lijkt mijn Spaans de laatste weken non-existent. Ik weet totaal niet meer hoe ik een zin moet beginnen tegen de taxichauffeur, ik ben alles weer kwijt. Heel vreemd. Het steeds Engels praten met medereizigers helpt hier niet bij vrees ik en ik heb het Spaans ook een beetje ‘opgegeven’ lijkt. Heel stom vind ik dat van mezelf.

Het is inmiddels donker. Mijn hotel is maar een paar straten verder, maar ik besluit toch een Uber te bestellen via mijn telefoon. Beter safe than sorry. Met die telefoon in mijn hand blijf ik naast een beveiliging mannetje staan, voor de zekerheid. Bij het hotel vraag ik of ze iets zoets te koop hebben; ik heb enorme zin in een koekje. Dat moet gekocht worden in een winkeltje aan de overkant en ik krijg dus speciaal een beveiliger mee van het hotel! Heel gênant, het is heel druk bij het winkeltje, dus de beveiliger moet zeker tien minuten naast me wachten tot ik met mijn kindervinger naar de chocoladekoekjes wijs. De koekjes heten ‘Krispiz’. Dat ook nog eens.

Mijn hotelkamer voelt als een gevangenis die avond. Wel eentje met koekjes gelukkig. De TV is stuk. Er loopt geen mens meer op straat inmiddels. Blij dat ik hier morgen weer vertrek.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Pfff ik zit met ingehouden adem te lezen. Wat een spanning. Ik hoop dat de koekjes lekker waren. Krispiz! X Leila

Chris zei

Die koekjes waren heerlijk! Lekker knabbelen in mijn 'prison cell' ;-)