dinsdag 30 november 2010

Wadwaai


Het is donker en het mist. Voorzichtig parkeer ik de auto van mijn ouders met zijn kont tegen een schapenhek. Het is zaterdagavond en ik ben in Wadway (spreek uit: Wadwaai), gehucht van een paar huizen bij Hoorn in Noord-Holland.

Buiten heerst de stilte van de polder. Bij Café De Vriendschap volg ik met knerpende voeten op het kiezelpad de borden theaterkerk Wadway. Het dorp mag dan weinig inwoners hebben, maar ze hebben wel een café en een heuse theaterkerk. Tot in Amsterdam is deze plek beroemd om zijn try-outs. En vanavond heeft Wadway bezoek uit het verre Zuid-Afrika. Vanavond zal Chris Chameleon, singer-songwriter in het Afrikaans en Engels, hier optreden. Oorspronkelijk zou ik zelf in Zuid-Afrika geweest zijn tijdens zijn tour door Nederland, maar nu ben ik toch hier en in de gelegenheid om Chris live te zien en te horen. In de polder van Wadway nog wel. Wie had dat gedacht. Weer eens wat anders dan Stompneusbaai.

In de mist doemt de kleine kerktoren op. Achter de deur bevind zich een geïmproviseerde garderobe. De volgende deur brengt je in de ‘lobby’; één balie voor de kaartjes en één voor de koffie. Op de lijst met bestelde kaartjes staat achter iedere naam ook de woonplaats van de besteller. Mijn ‘Amsterdam’ wordt omringd door dichterbij gelegen oorden als Wognum, Obdam, Spierdijk en Nibbixwoud. Niet alleen in Zuid-Afrika hebben ze mooie dorpsnamen.

Boven in de kerk, waar vroeger het koor zong, zijn twee WC’s gebouwd. Op de deur naast de ene staat ‘kleedkamer 1’ en op de deur naast de andere ‘kleedkamer 2’. Ik spiek in kleedkamer 1 en kom erachter dat die net iets groter is dan een kast en helemaal donker. Chris is er niet. Kleedkamer 2 staat open en ik zie een vrouw aan een tafeltje zitten. Chris zit vast aan de andere kant van de tafel. Ik wil me niet opdringen, maak me uit de voeten en neem plaats op een van de kerkbanken in de ‘zaal’.

Chris heeft helemaal geen grote kleedkamer nodig om er stralend uit te zien. In een vorig leven was hij namelijk soap-ster. In een set van 1,5 uur laat hij al die West-Friezen ‘een poepie ruiken’ en het beste van zichzelf zien. Mannelijk, vrouwelijk, dierlijk; hij is alles tegelijk. Zijn stembereik bedraagt vier octaven. Daarnaast bedient hij zich van allerlei vreemde geluidseffecten en in charmant ‘Nederlands’ spreekt hij de kerkgangers toe. Naar het eindapplaus te oordelen zijn zelfs de West-Friezen wel een beetje ontdooid door deze warme verschijning.

Na afloop koop ik twee CD’s. Ik laat ze wel ondertekenen door de artiest, maar weet niet echt iets bijdehands tegen hem te zeggen. Ik blokkeer blijkbaar toch een beetje als ik bij ‘Sinterklaas’ moet komen. Hij heeft naar mij toe echter geen hoge verwachtingen. Rustig schrijft hij aan de binnenkant van de hoes ‘Met baie van die beste vir Chris, van Chris’ en tekent er een kameleonnetje bij.

Met de CD’s brandend in mijn zak loop ik het grindpad af. De mist is nog dichter geworden. In de auto gaat de eerste CD meteen in de speler. Met het Afrikaans denderend uit de speakers verlaat ik donker Wadway.

zondag 14 november 2010