zaterdag 24 september 2011

In de zeik genomen



Ben sinds jaren weer eens in Artis. Mijn leasekind heeft een felbegeerde plek in de Artis Ateliers bemachtigd en tekent haar eerste Manenwolf. Na afloop van het klasje vraag ik het kind waar ze nog graag even zou willen kijken. Bij het leeuwenwelpje Kianga natuurlijk. Het kind en ik spoeden ons naar de luttele vierkante meters nepwoestijn waar het gezinnetje Leeuw (en inwonende tante?) zich dienen te vermaken.

Pa Leeuw is een hok verder net ontwaakt uit zijn slaapje. Vol ontzag kijk ik toe hoe hij opstaat en nog lichtelijk sloom zijn manen wakker schudt. Wat een beest! Kijk die bilspieren en die gouden kleur! En dan die manen en dat fijne grote poezengezicht! Wat is Artis toch zielig en indrukwekkend tegelijk! Wat verwarrend nou toch allemaal weer! Pa Leeuw schrijdt intussen met koninklijke poezenpoten schrijlings het trapje af en lijkt op weg naar de nepwoestijn. Vlak voor ons houdt hij halt. Hij draait zich met zijn achterste naar ons toe en met een trefzekere en keiharde straal piest hij me helemaal onder. Leasekind weet bijtijds een stap opzij te doen en ligt helemaal in een deuk bij de aanblik van al die donkere spetters op mijn appelgroene jekkertje. Uit het, ook in allerijl gevluchte publiek, maakt een mevrouw zich los die bezorgd op mij af komt. Ze zorgt er goed voor mij niet aan te raken en vraagt, half geamuseerd, half betrokken: ‘Gaat het? Want eh…ja, nou ja, u stond nogal centraal…’.

Pa Leeuw ligt intussen, met een zelfvoldane uitdrukking op zijn grote poezensmoel, weer gezellig met zijn roedel in de zandbak. Nu gelukkig met een veilige gracht ertussen. Ik zeg het hem niet, want een zeikerd is het wel, maar diep in mijn hart heb ik hem alweer vergeven. Gekooide dieren hebben af en toe recht op een verzetje.