woensdag 31 oktober 2012

Jacht


Ironisch genoeg was Paul Kruger, van het gelijknamige wildpark in Zuid- Afrika, zelf een fervent jager.

Ook wij jagen op wild. Alleen dan met andere wapens. We turen links en rechts van de weg in het groen en roepen nerveus ‘stop!’ als we iets zien bewegen, horen of als we in de verte de hoorn van de neushoorn denken te ontwaren. We pakken onze apparaten, zoemen in op de plek waar we dachten een beest gezien te hebben en halen de spreekwoordelijke trekker over. Als de foto is gemaakt, breekt de volgende fase aan. Het minutieuze speurwerk met de verrekijker.

We hebben mazzel. Een leeuwenechtpaar gaat, uitgerekend aan de kant van de weg, liggen paren. Ongegeneerd zoemen we in op de daad. Daarna zien we twee jonge leeuwen zo dichtbij dat je met het blote oog kunt zien hoe hun flanken op en neer gaan bij het ademen. Het enige dat nog ontbreekt is het zalvende geluid van een commentaarstem om de sensatie middenin een EO-natuur documentaire te zijn beland, compleet te maken.

Een fascinerende en verslavende wereld is dit, waarbij je nooit weet of in de volgende boom misschien toch dat prachtige luipaard ligt te slapen. Een wereld waarin je, net vijf minuten wakker, vlak voor je neus twee nijlpaarden op hun dooie gemakje van het water naar het bos ziet kuieren.

Hier zijn de dieren de baas. Dit is hun terrein. Waar in de dierentuin de dieren achter hekken staan, zijn het in Kruger de mensen. Althans, die verschansen zich in hun auto’s. Een omkering die natuurlijk veel beter klopt. De achteloosheid waarmee kuddes olifanten hier de weg oversteken onderstreept dat. Je kunt maar beter voor ze remmen, want ze remmen niet voor jou.

Onze jacht is geslaagd. De buit bestaat uit honderden foto’s en nog meer indrukken. Alleen dat verrekte luipaard heeft zich niet laten zien. Die staat vast te gniffelen achter een boom. Maar hij is gewaarschuwd; morgen gaan we weer op jacht!