woensdag 29 februari 2012
Taarten van Abel
De leukste programma’s op tv zijn wat mij betreft toch vaak kinderprogramma’s. Maar misschien ben ik geen goede graadmeter, want toen ik van de week bij de tandarts met mijn arm in een vaas stuiterballen hing om er zorgvuldig eentje uit te zoeken, bleken die eigenlijk voor mensen tot 12 jaar bestemd.
Ik ben de laatste tijd –ik weet het, beetje sloom, het draait al seizoenen- verslingerd aan het kinderprogramma De taarten van Abel. De formule is simpel: kind met probleem schrijft brief, Abel komt langs om een taart te maken, Abel en kind kletsen ondertussen over het probleem, kind overhandigt trots de taart aan vader/moeder, oppas of klasgenoot. Soms gaat het niet over een probleem, maar over iets waar het kind trots op is, zoals gisteren. Tom van 11 jaar wilde een taart maken voor zijn vader; een boer die zijn koe Bertha 57 heel veel melk had laten produceren. Tom wil inderdaad zelf ook graag boer worden. Als ie tenminste geen filmster wordt. Tom had de laatste casting-ronde van de film Dik Trom net niet overleefd, wat een schande is, want Tom lijkt als twee toefjes slagroom op Dik Trom!
In de Taarten van Abel draait het wat mij betreft niet zozeer om de taarten of om Abel. Het is vooral het kind dat wordt ‘uitgelicht’ en ik vind de kinderen in het programma, uitzonderingen daargelaten, allemaal om op te vreten. Terwijl ik toch ook echt van taarten houd. En van Amsterdamse nichten, waar Abel een mooi voorbeeld van is. Het is dan ook heus leuk om Abel droog te horen reageren op de verhalen van de kinderen en zelfs het grootste leed met een welgeplaatste lolly weet te relativeren. Zijn taarten zijn altijd helemaal over de top, zoals het een goeie nicht betaamt en je krijgt bij voorbaat medelijden met het glazuurlaagje op de tanden van de blijde ontvanger. Maar de open, spontane, oprechte, positieve en wijze kinderen spelen altijd de hoofdrol. En terecht.
Vaak zijn het bij Abel kinderen waar iets bijzonders mee is. Zoals laatst, toen een meisje uit de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt vertelde hoe haar vader van het balkon was gevallen en hoe hij nu gelukkig ontwaakt was uit zijn coma. De vraag hoe het kon dat hij viel bleef onbeantwoord, maar voor het programma gaat het er nu eens een keertje over hoe zijn dochter het beleefde.
Mijn absolute favoriet was het meisje uit Heerhugowaard, die op 10% na, stekeblind is. Zij wilde een taart maken voor de dame die haar iedere dag naar de speciale school brengt in Amsterdam. Het meisje was zo kordaat en spontaan, dat het je aangreep. Dat gold zelfs voor haar, altijd nuchtere, taxichauffeuse, bleek toen ze de taart aan haar overhandigde. Er zijn veel te veel tranen op tv tegenwoordig, maar dit waren tenminste weer eens een keertje échte tranen van échte mensen. Programma om van te smullen.
zaterdag 25 februari 2012
Domino
Het is lastig terughalen wanneer dit precies begon, deze maalstroom, het woord lawine bewust even vermijdend. Het moet ongeveer twee weken geleden zijn geweest.
Ik ben met een hele kudde kinderen aan het schaatsen op het piepkleine vijvertje in het Vondelpark. De kinderen krijgen koude tenen en willen naar huis. Met al die schaatsen, tassen, drinkbekers en fietssleutels is het voor een hulpmoeder als ik, met nèt iets te weinig routine, best een tour om iedereen met de juiste schoenen op de juiste fiets te krijgen. Als ik, met één kind op het zadeltje voorop de Beach cruiser, eindelijk wil wegrijden, blijkt dat één van de vrolijk snuffelende herdershondjes van het hondenveldje mijn band lek heeft gebeten. Het hele eind naar huis dan maar lopen, met al die tassen en die roedel kinderen. Thuisgekomen blijk ik mijn fietssleutels onderweg te zijn verloren, grabbelend in mijn zak met die onhandige wanten. Omdat ik mijn fiets nog geen halve dag kan missen sta ik ’s avonds in de vrieskou, mijn handen af en toe ontdooiend in het teiltje lauw water, tussen de restanten van de Chinese 1000-klappers in mijn straat mijn band te plakken.
De volgende avond komt I. bij me langs. Er wordt een glas water omgestoten die mijn mooi uitgestalde kunstboek doet krullen van ellende. Een half uur later komt er, nadat ik haar Iphone heb ingeplugd, rook uit mijn versterker. Doorgebrand. Helaas, de komende weken geen muziek in huis, voor mij toch een vrij elementaire levensbehoefte. En het gitaar spelen, waarvoor we samenkomen, gaat ook al voor geen meter!
De volgende dag gaat gitaar spelen beter, maar doet mijn televisie raar. Als ik erover bel met UPC ligt een uur later ook mijn internet en telefoon eruit. Ik ruk tevergeefs stekkers uit contactdozen, start twintig keer opnieuw op, vervang kabels, maar de conclusie is duidelijk: pas over een week kan de UPC monteur langskomen. Help, een week geen internet!!!! Geen recepten bij die ene rode paprika in de koelkast, geen Skype-gesprekken met vriendinnen ver weg, geenGoogleiaanse oplossingen voor mijn kleine fysieke klachten, geen Facebook!! Ik ben niets zonder internet.
Het wekt in zo’n week bijna geen verbazing meer dat mijn dure en mooiste dubbelwandige Bodrum theeglas sneuvelt, mijn muts en handschoenen bij filmhuis Kriterion spoorloos verdwijnen en dat mijn nu zo dringend gewenste e-mailfunctie op mijn telefoon dienst weigert. Oei, wat is het stil in huis. En van dat ‘eindelijk eens een roman lezen’ komt ook al helemaal niks terecht.
Afgelopen weekend zat ik in de auto zo’n beetje tanden te stoken en opeens lag mijn volledige kroon op mijn tong. Ik was überhaupt vergeten dat ik een kroon had, maar volgens het tandartsenbezoek dat hierop volgde, bleek de lijm te hebben losgelaten. Natuurlijk. Dat soort dingen gebeuren…..deze week! Zal ik maar binnen blijven met ramen en deuren gesloten om erger te voorkomen? Of zou ik dan juist kans maken op een koolmonoxide vergiftiging? Toen gisteren bij Z. op school de stoppen doorsloegen, dacht ik even moment dat het aan mij lag (en dat mijn eigen stoppen zouden doorslaan).
Ik schrijf dit terwijl ik wacht op de UPC monteur. Ik wacht al drie uur. Ik hoop dat de komst van de monteur het begin gaat zijn van het omslagpunt. Dat zal toch wel een keer komen? Roept het ene (gelukkig materiële) onheil het andere op? Is het mijn aura, mijn energie, waar de apparaten zo nukkig op reageren? Komt ellende altijd in golven? Is het leven ‘offline’ nou relaxed of vooral gewoon superirritant? Het zijn vragen die mij dezer dagen bezighouden. Tot die $#^$%%*&^monteur nou eens een keertje aanbelt, want ik moet naar mijn werk! Superirritant!
Naschrift
De monteur kwam natuurlijk niet opdagen. Mijn afspraak is, om zeer onduidelijke redenen, verplaatst naar maandag. Het gewenste omslagpunt laat nog even op zich wachten. Mijn fietsketting liep gisteren maar twee keer van mijn fiets, mijn handen zien nog zwart. Ik zit nu in een internetcafe, vlak om de hoek. Ik voel me alsof ik op wereldreis ben. Maandag ben ik terug.
Naschrift 2
UPC Meneer van maandag kon me niet verder helpen. UPC Meneer van dinsdag ontdekte een kink in de kabel op 1 hoog, de enige etage waar ik geen sleutel van heb. Sleutel opgehaald op werk van buurjongen. Het bizar gesoldeerde stukje kabel is uiteindelijk vervangen. Het mag een wonder heten dat ik ooit internet heb gehad! Alles doet het weer. Vanavond kan ik mijn gerepareerde versterker ophalen. Kwam alles toch nog goed.
Abonneren op:
Posts (Atom)