zaterdag 17 juli 2010
Loon naar werken?
Soms ben ik in de war over dingen waar andere mensen nooit van in de war raken. Althans, dat vertellen ze mij dan weer niet. Maar misschien heb ik het jou ook nog nooit verteld, dus hier komt ie dan.
Dan vraag ik me bijvoorbeeld af wie de salarisschalen heeft bedacht. En vooral wie er heeft bedacht welke functie hoort bij welke salarisschaal. Aan deze indeling liggen quasi rationele redenen ten grondslag, zoals dat lagere lonen worden gegeven aan mensen die eenvoudiger werk doen. Een simpele rondgang door een kantoor doet je beseffen dat het lastig is om te definiëren wat eenvoudig werk dan is.
Heb je wel eens geprobeerd de gemiddelde baas een briefje te laten uitprinten uit het adressensysteem, een Excel-sheetje in te laten vullen of de notulen laten maken? Inderdaad, voor de gemiddelde baas zijn dat GEEN eenvoudige opdrachten. Een administratief medewerker, traditioneel lekker laag ingeschaald, doet dat allemaal op zijn of haar boerenfluitjes. Het werk van de meeste bazen, traditioneel lekker hoog ingeschaald, bestaat voornamelijk uit het voeren van overleg, ook wel vergaderen genoemd. Hierbij is het de kunst om, mocht je al de kans krijgen te spreken, iets te zeggen dat verstandig klinkt en hiermee je reputatie als verantwoordelijk persoon te bestendigen. Het komt er voornamelijk op neer dat je de hele dag op je luie reet andere mensen aanhoort, terwijl je koffie drinkt uit een papieren bekertje. Dat terwijl het echte werk wordt gedaan door de mensen die zich behoorlijk wat treetjes lager op de carrièreladder bevinden. Wat moeilijk is voor de een is niet moeilijk voor een ander. Niet erg, maar waarom hangen er dan zulke enorm verschillende prijskaartjes aan verschillend werk?
Mensen krijgen een hogere beloning voor het feit dat ze meer verantwoordelijk dragen, hoor ik je denken. Dat is ten dele waar, al is er in veel gevallen altijd nog wel een bovenlaag op wie je de verantwoordelijkheid kunt afschuiven. En dan kan ik het niet nalaten me voor te stellen wat er zou gebeuren als alle ‘lager-ingeschaalden’ werk zouden weigeren. Dan wordt het een puinzooi van hier tot Tokyo en dan hebben de bazen tot overmaat van ramp niets meer om over te vergaderen. Dat is pas een verantwoordelijkheid; er voor zorgen dat je baas iets wezenlijks heeft om over te lullen! Alle ‘hoger-ingeschaalden’ zouden maar mooi door de mand vallen met hun zelfgecreëerde extra bestuurslagen. En dan heb ik het nog niet eens over de verantwoordelijkheid die de telefonisten, hulpverleners, verzorgers, winkelbediendes en secretaresses hebben naar hun klanten of de mensen waar zij direct of indirect voor werken. Even verslappen betekent toch al snel dat je mensen verkeerd voorlicht, laat stikken in een hoestbui, per ongeluk een dienblad met cola’s over iemand heen giet of een oudje laat glippen onder de douche. Heel wat ernstiger consequenties dus, dan wanneer je even afdwaalt tijdens een overlegje.
De hoogte van het loon zou ook te maken hebben met je opleidingsniveau. Dat is voor een deel waar, maar heel veel mensen gebruiken hun opleiding in de praktijk helemaal niet in hun werk. En dan nog; iedereen wordt geboren met andere kwaliteiten. Waarom staat al vanaf het begin vast dat werken met je handen minder oplevert dan werken met je hoofd?
Eigenlijk denk ik dat de hoogte van het loon zou moeten afhangen van het aantal mensen dat ook graag jouw werk zou willen doen. Hoe minder mensen dat willen, hoe hoger is jouw loon. Marktwerking dus. Vuilnisman….wie biedt? Niemand? Eenmaal, andermaal…. Dat betekent dus dat de vuilnisman vuilnisbakken met geld gaat verdienen! Dat is toch veel logischer en eerlijker? Financiële compensatie voor de zwaarte of het ongerief van het werk. Kies maar: marktkoopman op de Albert Cuyp, zes dagen in de week van zeven uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds werken in weer en wind of toch liever een verwarmd kantoortje? Wie wil er graag billen afvegen in het bejaardentehuis? Niemand? Oké, dat betekent dus een vette bonus voor de mensen die daar wel toe bereid zijn. Waarom is het omgekeerde het geval? Waarom worden kut-klussen het slechtst betaald?
Mocht ik, op een boze dag, nog eens wakker worden als minister-president, dan zou ik het experiment wel aan willen gaan. Iedereen even twee weken van baan ruilen. De consultants op de vuilniswagen en de stratenmakers lekker de hele dag overleggen. Kunnen die ruggen en knieën ook een beetje bijkomen. En die grote Onbekenden, de salarisschaal-bepalers, zou ik de meest vieze en nare klusjes geven. En dan eens kijken hoe de salarisschalen er na twee weken uit zien. Viva la revolución!
Zo, dit moest er blijkbaar nog even uit. Nu ga ik ook heus wel gewoon braaf op vakantie.
vrijdag 9 juli 2010
dinsdag 6 juli 2010
Forever Young
Deze afgelopen maand werd wel weer duidelijk dat ik een jonge geest ben in een ouder wordend lichaam.
De meeste mensen groeien mentaal keurig mee met het aantal jaren dat zij reeds hebben doorgebracht op deze aarde. Daarmee bedoel ik dat ze 24-jarige dingen doen en denken als ze 24 zijn. Ik zou volgens deze theorie 37-jarige dingen moeten doen en denken. Dat proces verloopt bij mij echter anders. Gevoelsmatig doe en denk ik als een, laten we zeggen, 30-jarige. Mijn mentaliteit loopt dus minstens 7 jaar achter op mijn fysieke omhulsel.
Met stijgende verbazing heb ik de afgelopen jaren om mij heen gekeken en gezien hoe mijn leeftijdsgenoten zich moeiteloos overgeven aan huwelijken, het baren van reeksen kinderen, het aangaan van huizenhoge hypotheken en het accepteren van werkelijk serieuze banen. Nog de meeste steun voor mijn trage acceptatie van het feit dat je leven blijkbaar in deze richting dient te veranderen kreeg ik van de vriendjes van mijn vriendinnen die begin 30 ook echt nog niet aan de kinderen wilden. Inmiddels heeft ook deze groep mij verlaten en loopt zwaar volwassen rond te paraderen met een maxi-cosi in de ene en een volle agenda in de andere hand.
Afgelopen maand mocht ik, net als ieder jaar, weer een groep van drieëntwintig Amerikaanse, Nederlandse en Bosnische studenten trakteren op lezingen, excursies, documentaires en workshops over mensenrechten en minderheden in Nederland. Hoewel ik verantwoordelijkheid droeg voor het dagprogramma (ja, ja, dat heb ik als 30-jarige al geleerd: verantwoordelijkheid dragen), heb ik minstens zo genoten van het avond- en het nachtprogramma. Eindelijk weer standaard een groep mensen in de stad om je bij te voegen in het park, op het terras of in een restaurant. Eindelijk weer dat collectieve ‘lang leve dit leuke leven’, in plaats van die teruggetrokken gezinnetjes die zich stijf van de stress geen spontane uitstapjes meer kunnen veroorloven. Of de 'singles' die toch uiterlijk wel om 21.00 uur in bed willen liggen, teneinde de volgende dag weer fris op kantoor te verschijnen. Eindelijk weer dansen tot half zes ‘s morgens in Studio K of de Melkweg en met een plakkende broek van het zweet in het eerste licht en onder begeleiding van vogelgezang huiswaarts fietsen.
Ik zweef tussen twee werelden; de studenten tolereren mijn aanwezigheid en vragen zich in stilte af of ik wel een eigen leven heb. Mijn vrienden lachen minzaam om mijn rusteloosheid en vragen zich in stilte af wanneer ik nou eindelijk een keer volwassen word.
In navolging van het begrip ‘gevoelstemperatuur’ wil ik hierbij een lans breken voor het begrip ‘gevoelsleeftijd’. Laten we onszelf hergroeperen, niet op basis van onze werkelijke leeftijd, maar op basis van hoe oud we ons voelen. Ik word, zoals aangekondigd, graag lid van het groepje 30-jarigen. Zullen we, om goed van start te gaan, komende zaterdagavond lekker uitgaan in Paradiso? Ben benieuwd of mijn vader ook komt.
Abonneren op:
Posts (Atom)