dinsdag 18 mei 2010

Boosnië



Dit wordt geen grappig stukje. Het kan niet altijd feest zijn.

Ik was een kleine week in Bosnië. Wat een mooi land. Vanuit de bus zag ik prachtige heuvels, frisse groene weiden, paarden, boerenhuizen en moskeeën. Alles en iedereen zag er vredig uit. Maar schijn kan bedriegen. De mensen zijn er helemaal niet vredig; de meesten zijn nog steeds boos, verdrietig of allebei.

Boos omdat ‘de ander’ vijftien jaar geleden de vrede ruw kwam verstoren in een oorlog die nergens over ging. Een oorlog over vermeende verschillen, die na de oorlog pas echte verschillen zijn geworden, al was het alleen maar om te suggereren dat die oorlog echt wel ergens over ging. Na het vloeien van al dat bloed lijkt het, ook naar de slachtoffers, vreemd om de reden voor het ontstaan van de oorlog te bagatelliseren, dus trekt men zich terug in zijn eigen wereld.
Een wereld voor de Serviërs, een wereld voor de Kroaten en een wereld voor de Moslims.

De Bosnische jongeren die deel uitmaken van ons gezelschap waren pas twee of drie jaar toen de oorlog begon. Hun eigen herinneringen moeten vaag zijn, maar hun verhalen klinken alsof het gisteren was dat de oorlog begon. Ze zijn ermee opgegroeid, met deze verhalen, en hun levens zijn er voor een deel door bepaald. Ontbrekende ouders, gevluchte familieleden, gestolen huizen of slecht onderwijs; het heeft hen mede gevormd.

In Sebrenica zien we de lege fabriekshal waar de moslims schuilhielden op de Nederlandse UN-basis, voordat hen werd verzocht het terrein te verlaten en de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Ook horen we hoe er nog steeds gezocht wordt naar de botten van de slachtoffers in de massagraven; door de ‘vijand’ nog eens even flink door elkaar gehusseld, waardoor soms een hoofd, een been of een arm van dezelfde persoon in drie verschillende graven wordt teruggevonden.
In Sarajevo proberen we ons voor te stellen hoe je tijdens de belegering moest oversteken op de ‘sniper-alley’, waar er met scherp geschoten werd op alles wat bewoog vanuit de bergen. Het is zaak, weten we nu, nooit als derde persoon over te steken, want de eerste wordt gezien, bij de tweede wordt aangelegd en de derde is raak. In Mostar zien we hoe de oude brug, symbolisch voor de verdeelde stad, is hersteld. Toch willen de meeste Kroaten van de ene kant en de moslims van de andere helemaal niet over de brug komen. Toeristen vormen er het voornaamste verkeer.

Ondanks al deze informatie blijft het voor ons, niet-Bosniërs, moeilijk om je echt een voorstelling te kunnen maken van een oorlogssituatie. Van hoe dat ruikt en voelt en proeft.

Op weg naar huis moet ik overstappen op de luchthaven van München. Vanwege de krappe overstaptijd worden ik en een aantal andere passagiers met een busje naar de veiligheidscontrole gereden. De man achter het stuur snauwt ons toe dat we hem moeten volgen, dat we onze mond moeten houden en dat we niet mogen SMS-en, terwijl hij praat. Ik ben vergeten te plassen, doe het bijna in mijn broek, maar ik mag van hem niet naar de WC. De beveiligingsbeambten halen ondertussen mijn hele koffer open en gooien alles dat zij categoriseren als vloeibaar (die regels zijn nogal vloeibaar) eruit. Van schrik vergeet ik bijna mijn jas en mijn riem mee te nemen. Ik zie nog net achter een hek mijn reisgenoten verdwijnen; er is geen gelegenheid om afscheid van ze te nemen, dus we zwaaien naar elkaar vanuit de verte. Wij worden, onder luide bevelen, snel weer het busje in gejaagd die met gierende banden over het vliegveld rijdt. De begeleider levert ons, met een overduidelijk plezier in zijn zogenaamde macht, tenslotte af bij het volgende vliegtuig.

Op de trap kijkt mijn Canadese medepassagier, die ik vanaf Sarajevo heb afgeleid van haar vliegangst, mij veelbetekenend aan. ‘This felt like being in a war-zone’, zeg ik. ‘Yes’, zegt zij ‘it’s an appropriate way to finish your program’.

1 opmerking:

jule K. zei

Dear Chris,

I cheated with Google language tools and enjoyed reading this post about your impressions of BiH a lot. It captures pretty much my own image, thoughts and emotions. Bosnia is a beautiful country - as long as you do not dig deep.

It was great to have you there with us!