maandag 18 juli 2011

Toeval






Ook bizar. Heb ik een keer een nieuwe bril, best een geprononceerd modelletje, zie ik hem ineens overal opduiken! Niet origineel, maar blijkbaar wel in de mode.

donderdag 14 juli 2011

Zoete dromen


Het is half 11 ’s avonds en ik fiets met mijn thermo-ondergoed in een plastic tas naar een theatervoorstelling ergens in een bos. Het is Oerol en ik ben op Terschelling. Deze voorstelling van Alexandra Broeder zal de hele nacht duren en ik ben alleen, dat wil zeggen, samen met 49 andere gelukkigen die dit –al dagenlang uitverkochte- avontuur willen aangaan. De sfeer op de verzamelplaats is licht gespannen. We hebben ’s middags al een speciaal telefoonnummer moeten bellen met extra instructies over kleding en het bericht dat de voorstelling misschien wel tot 07.00 uur in de ochtend kan gaan duren; het klinkt allemaal erg bedreigend. Daarbij belooft de foto in het Oerol-programma bij deze voorstelling ook niet veel goeds; twee serieus kijkende meisje houden een dooie hond omhoog. De voorstelling heet dan wel weer ‘Sweet Dreams’; dus wie weet kan het toch nog goed komen.

Onze groep zet zich in beweging over het zandpad en na een tijdje slaan we af richting bos. Recht in de armen van een meisje van een jaar of twaalf met vlechten, die met ijle stem ‘Schipper mag ik over varen’ zingt. Ze kijkt ons allemaal doordringend aan (dat zal de rest van de nacht niet anders zijn) en gebiedt ons in tweetallen te lopen, naast iemand die we niet kennen. Dat werkt. Als zwijgend leger marcheren we voort. Het meisje met de vlechten brengt ons naar een open tent in het bos, waar nog meer kinderen met maskers op en boven hun hoofd op ons wachten. Op de stoelen, waarop we moeten plaatsnemen, ligt een washand met een nummer. Ik ben nummer 46. We worden gesommeerd ons om te kleden in onze meegenomen nachtkleding. Het publiek doet dat gedwee en zonder melig gegiechel. De kinderen komen onze horloges afdoen en we moeten onze mobieltjes inleveren. Dan worden één voor één onze nummers opgelezen. De volwassenen moeten zich melden bij de vlechtjes achter de tafel. Ik heb een oorlogs-associatie. “Naam?” vraagt zij. Met kleine stemmetjes noemen de volwassenen hun naam. ‘Peter’…..’Annelies’. Amper een half uur na aanvang van de voorstelling zijn de grote mensen klein en de kleine mensen groot geworden.

Ieder kind begeleidt zes volwassenen naar hun bed in het bos. Het ziet er prachtig uit; vijftig bedden verspreid door een heuvelachtig bos, met aan ieders hoofdeinde een soort stalen dierenkooi, met daarin een lichtje. Ook het bos is prachtig uitgelicht. Wat een decor. Mijn begeleidster van een jaar of tien brengt me naar bed 46. Ze doet mijn schoenen uit. Dan gaat ze naar nummer 47 en verder. Dan vraagt ze wie ik deze nacht het liefste in gedachten naast mijn bed wil. Dan gaat ze naar 47 en verder. Ze stopt me onder de dekens en fluistert of ik bang ben voor de dood. Mijn begeleidster kijkt me al die tijd doordringend aan, langer en vaker dan prettig. Ze verrekt ondertussen geen spier. Bloedserieus zijn ze, de spelers en komen, ook al zijn ze 10, niet in de buurt van het uit hun rol vallen. Door de speakers klinkt bijzondere muziek met een banjo. Een meisje vertelt ons via de speakers dat we deze nacht op reis gaan en dat we, als we wakker worden, alle vragen moeten beantwoorden in het reisdagboek dat bij ons hoofdeinde ligt. Ik schuif het parapluutje uit boven mijn hoofd en dommel langzaam weg op de geluiden uit het bos.

Als het alweer een beetje licht wordt klinkt er een raar hoog stemmetje uit het bos: ‘Wakker worden, wakker worden…” Om me heen zie ik slaperige hoofden uit de bedden steken. Van de stem moeten we ons dagboek gaan bijwerken. Alle slaperige hoofden krabbelen braaf in hun schriftje. ‘Hoeveel vrienden heb je?’ ‘Noem eens drie herinneringen uit je leven?’ ‘Schrijf een afscheidsbrief aan degene die vannacht aan je bed zat’. Onze begeleiders, de kinderen (ze zien er niet moe uit!), komen ons uit bed halen en brengen ons, alles wederom uiterst traag en gedisciplineerd, terug naar de tent. Daar wacht ons, aan lange tafels, een ontbijt van karnemelk en stukjes maiskolf. Op tafel staan opgezette vogels. De sfeer is nog steeds vervreemdend en het publiek beduusd. Nadat we onze eigendommen hebben teruggekregen, sommeren de kinderen ons weg te gaan.

Het past niet om onze ‘(bege)leiders’, die in het echt acteurs zijn, ineens een applaus te geven. Het zou de betovering verbreken. In stilte lopen we weg door het bos. Wazig en met één been nog in de droomwereld. Maar wat een helden, die kinderen! Ze blijken ook nog van het eiland zelf te komen! Op de fiets in het prille ochtendlicht, op weg naar de tent, geef ik hen in gedachten een staande ovatie.

maandag 11 juli 2011

Voorpret



In voorpret ben ik altijd slecht. Sommige mensen hebben al heel wat pret erop zitten voordat ze daadwerkelijk:

1. Naar een concert van Prince gaan
2. Hun liefje weer zien in het weekend
3. Over zes maanden al op vakantie gaan

Vooral dat laatste is natuurlijk slim; hoeveel meer lol heb je van vakantie als je er zomaar zes maanden voorpret bij op kunt tellen! Ik wil het graag leren, maar ook voor het tripje naar Spanje deze zomer lijkt het weer meer op voorprut, dan voorpret.

Je denkt; familie reünietje, zes personen….Hoe moeilijk kan het zijn? Eerst is er uiteraard een inventarisatie van de vakantiebehoeftes van de verschillende deelnemers aan dit avontuur. Die blijken uiteen te lopen van ‘vogels kijken in natuurpark D.’ tot ‘alle steden van Andalusië bezichtigen’ (deze extremen worden interessant genoeg ook nog gerepresenteerd door twee deelnemers uit het gezelschap die op zich een stel vormen. Trouw niet, denk ik dan). De geheel verzorgde stedentrip-optie valt hiermee af, vanwege de vogelkijk-wensen, dus. Dat je, vanuit het Alhambra, prachtige vogels kunt zien vliegen, wordt niet als steekhoudend argument geaccepteerd. Na lang zoeken wordt er eindelijk een plek geprikt van waaruit er naar hartenlust vogels gekeken, steden bezocht, strand gelegen en gegolfd kan worden.

Met deze plaats als leidraad worstel ik me vervolgens door het overstelpende aanbod vakantievilla’s op internet. Willen we twee badkamers of misschien toch drie, om privacy te waarborgen en ruzie te voorkomen in dit samengestelde gezelschap? Willen we een zwembadje voor de kleine en hoeveel meer willen we daar dan voor betalen? Hè gat, wat een Oisterwijk-interieur foto’s bij die veelbelovende buitenkant; die Spanjaarden weten echt niet van inrichten! Het ene vakantiehuis heeft authentieke Moorse details èn een leuke tuinset, maar ligt bij nader beschouwing aan de snelweg en de volgende heeft weer een prachtig uitzicht, maar heeft een ergerlijk lelijk douchegordijn. Je kunt er avonden mee zoet zijn en…. dat ben ik dan ook. Gevonden pareltjes moeten vervolgens nog worden doorgemaild naar de twee andere subgroepen in het gezelschap en daarover moet dan nog uitvoerig worden gebeld en geskypt om echt lekker op één lijn te komen.

Met het huisje als leidraad worstel ik me vervolgens door het overstelpende aanbod vluchten op internet. Na lang zoeken op ‘Google Maps’ blijkt vliegveld S. toch het meest interessant te zijn. Vliegveld J. is dan wel dichterbij, maar er wordt alleen op woensdag op gevlogen en vliegveld M. is dan meer in trek bij toeristen, maar dan moeten we nog een allejezus-end langs die kustweg rijden naar het huisje. Mijn god, ik kan met deze kennis wel een reisbureautje ‘Andalusian dreams’ beginnen! Ja, een ouderwets reisbureautje; je zou er bijna naar terug verlangen. En dan moet het zenuwslopende gemail met de huiseigenaar in kwestie nog beginnen. Kunnen we erin of niet? En sluit de periode precies aan op onze wensen? Waarom antwoord die eigenaar zo traag? We hebben gezien dat er nog maar 6 plaatsen beschikbaar zijn voor de beste vlucht. Toch maar eerst de vlucht boeken dan en maar hopen dat het huisje…?

Als de huiseigenaar akkoord is, kan de vlucht eindelijk geboekt. We nemen de goedkoopste optie natuurlijk. Niet de allergoedkoopste, want die heeft zulke onchristelijke vertrektijden dat één persoon van subgroep A hevig begint te protesteren. Het moet wel vakantie blijven! Er zitten heel wat avonden in het vinden van die ene, beste vlucht, met de goeie prijs/comfort-verhoudingen. Althans, zo lijkt het, op het scherm. Heel klassiek blijken er toch nog onvermoede reserveringskosten voor de vliegmaatschappij bij te komen en je moet zelfs betalen voor je tas! Als ik toch maar op het knopje ‘kopen’ heb gedrukt - ik ben inmiddels immers al zo’n twee weken bezig met het boeken van hele gebeuren- blijkt er als verrassing nog een fiks bedrag bij opgeteld te zijn; ‘reserveringskosten’ voor de website. Ja, ja, die hadden we nog niet gehad! Nu komen we per persoon toch nog best duur uit. Maar -leve de voorpret- nu de vlucht bekend is, kunnen we wel de huurauto’s reserveren. Eens kijken… Zullen we tweedeurs of toch vier? Kinderzitje? Airco?