zaterdag 27 december 2008

Droge sla


De laatste weken van December regent het weer rijtjes. De tien beste films van 2008, de vijf meest indrukwekkende TV-fragmenten, tweeduizend beste popliedjes en een rij van de meeste beroemde overledenen van het afgelopen jaar. Ben je dood, moet je weer in de rij…. Rijtjes geven overzicht in een anders zo onoverzichtelijke werkelijkheid; zo bleek ik bijvoorbeeld mooi de dood van Benny Neyman in februari gemist te hebben.

Ben ik de enige die zich wel eens inbeeld geïnterviewd te worden over mijn persoonlijke toppers? Of ben ik de enige die dat gewoon opbiecht?
In gedachten oefen ik soms mijn favoriete Boeken Top 5, CD Top 5 en Film Top 5. Gewoon, om enigszins voorbereid te zijn. Ze zullen morgen maar bellen en dan zou je ze niet op een rijtje hebben?
Het staat er namelijk altijd zo absoluut in die krantenbijlage; Boek A staat voor mij verreweg op 1, want…. Boek B staat op 2, want… Ik moet dat soort dingen grondig voorbereiden. Boeken, CD’s of films raken me wel, een beetje of niet en hoe waardeer je dan de aanraking van het een in vergelijking met het ander? En je vergeet als je niet oppast, en je niet grondig voorbereid, straks je echte favoriet nog te noemen, puur omdat je het overzicht niet hebt. Paniek! Dat betekent in het geheim lijsten bijhouden, voor De Dag Dat Ze Het Willen Weten.

Liever zou ik worden geïnterviewd over een collectie die tenminste overzichtelijk is. En misschien hoef ik dan geen Top 5 te maken, maar kan ik volstaan met een Nummer Een. Als dat de collectie Keukenapparatuur mag zijn, dan heb ik al een Nummer Een! Qua design, functionaliteit en prijs heeft gewonnen….tatarata…de Moulinex sladroger uit pak-um-beet 1960. Een lust voor het oog en nooit meer last van natte sla!
En als ze dan doorvragen dan vertel ik met genoegen over de rommelmarkt op het NDSM-terrein, waar ik letterlijk mijn laatste twee kwartjes besteedde aan deze charmante welgevormde keukenhulp. ‘Ja’, zo sprak de verkoopster in plat Amsterdams, ‘hij doet het prima hoor, mevrouw, ik maakte er altijd mijn pantykousjes in droog’. Krijg dat beeld maar eens van je netvlies tijdens het drogen van slablaadjes! Mij lukt het al jaren niet.

Realistisch gezien gaan ze me niet bellen over die rubriek Keukenhulpen. Ze kiezen dan namelijk meestal iemand bij wie het aansluit, Joop Braakhekke ofzo. En ik ben helemaal niet goed in de keuken, hoewel ik, moet ik zeggen, wel oog heb voor sladrogers.

Zie toevallig dat er nog een identiek exemplaar op Marktplaats te koop staat; intypen ‘Moulinex sladroger’ en zij kan weldra de uwe zijn….

woensdag 17 december 2008

Gemengde Gevoelens


Een druppel mannenzweet valt op mijn naakte lichaam. Hij hangt boven mij, haren los en in volle concentratie. Ik zie de woeste voorstellingen van zijn tatoeages verdwijnen in het halfduister. Hij heeft zijn ogen gesloten…..

Ja, dat had je gedacht zeker… Ik ben gewoon in de sauna. Mare heeft me meegetroond naar de ‘gemengde’ avond. Die vind ik altijd heel griezelig met al die los rondlopende piemels. In mijn sauna horen er ook hele bijzondere mannen bij die piemels. Veel hebben er lang haar, een baard en zitten onder de tatoeages. Ze zitten in lotushouding op de hoogste etage van de sauna en druppen dan tijdens de Zonnegroet een druppel mannenzweet op mijn buik. Dat merkt De Man vervolgens niet, want hij is helemaal ‘in zichzelf’. Hij wel.

Als ik in de tuin, waar de warme lichamen altijd zo mooi gaan walmen in de koude lucht, tegen Mare fluister dat ik ook wel voordelen zie van ‘gemengd’, namelijk dat mannen minder geneigd zijn tot kletsen in de sauna dan vrouwen, zegt er weer een Baardman vanuit zijn witte leunstoel; ‘Dat dacht je maar!”. Vervolgens steekt hij van wal over hoe prachtig de financiële crisis wel niet is voor het milieu en over Inca’s die voorspeld hebben dat we in 2012 massaal ten ondergaan, hiermee voor mij bevestigend dat mannen ook graag uit hun (natte) nek kletsen.

Naarmate de avond vordert gaan er meer ‘spiritueel-gevorderde-en-ook-zeer-rijk- behaarde’ mannen aan de tafeltjes in het centrum van de sauna zitten. Eentje heeft een apparaat waarmee hij plastic zakjes vult met lucht die hij vervolgens inhaleert. Heb ik weer een ‘natural drug’ gemist? Dan wordt er een aangeklede meneer met gitaar in het Engels aangekondigd. Je bent echt een ‘loser’ als je nog Nederlands praat hier. De altijd zo serene sauna wordt ineens gevuld met harde blues klanken die langzaam overgaan op materiaal van Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band. Een paar mannen beginnen voorzichtig mee te zingen en er wordt haastig een djembe bijgepakt. Ik begin boven op mijn relax-matje bijna naar harpmuziek te verlangen. En dat zegt wat.

De volgende keer op de gemengde avond laat ik ook mijn borsthaar groeien en neem ik mijn sambaballen mee.

donderdag 11 december 2008

Betovering


Maak me de laatste tijd zorgen over de betovering. Hiermee bedoel ik de staat waarin je - als het goed is- verkeerd na het zien van een goeie film, een mooi optreden of het na het lezen van een goed boek. Als het goed is. Als het optreden of de film niet goed is, dan is er natuurlijk geen betovering. Maar tegenwoordig merk ik dat ook als iets wel goed is, de betovering maar heel even aanhoudt.

Zie mezelf nog zitten als 17-jarige op de tweede rij van de Kleine Komedie kijkend naar…laten we zeggen, De Berini’s. Die magie van dat doek dat open ging en die Berini- wereld die zich ontspon. Hoe iedereen heerlijk kon lachen en loskomen van zijn alledaagse sleur. Me helemaal onderdompelen in die andere realiteit vond ik een weelde. Een weelde die nog nagloeide lang nadat ik de laatste avondtrein naar Castricum had gehaald.

Bijna twintig jaar cultuur consumeren verder, lijk ik wel gewend te zijn geraakt aan die magie. Ik geniet op het moment zelf dan nog wel, daarom ga ik telkens weer naar Paradiso, Rialto of verdwijn ik in een boek. Een verslaafde weet waar hij zijn ‘spul’ moet halen, maar het werkt steeds minder goed.
Ik draai de CD van de artiest die ik heb zien optreden niet meer de hele week erna. Ik heb geen week meer nodig om te bekomen van een roman, voordat ik aan een andere kan beginnen. Ik word gewoon wakker na een avond theater, film of muziek; zonder een stemmetje in mijn hoofd die mij als eerste wekt met ‘Wat was het GAAF hè, gisteren!’.

Ik ben verwend, overprikkeld of ik ga te snel weer over op iets anders en maak te weinig ruimte voor de ‘betovering'. Heeft het met leeftijd te maken of met de stad? Moet ik misschien toch maar op het platteland gaan wonen, waar het lastig is om overvoerd te raken?
Of ligt het toch echt aan hetgeen je ziet? Gisteren had ik Het Grote Gevoel namelijk weer. Was naar de film ‘Into the Wild’ in Kriterion en kwam totaal verdwaasd uit de bioscoop. Ik was nog in Alaska toen ik allang over de Albert Cuyp fietste. De film zat in mijn hele lijf. De betovering heeft het niet gehaald tot de volgende ochtend, maar…er is hoop!

woensdag 10 december 2008

Docs


Docs… honden? Nee docs…. documentaires in het jargon van het IDFA (International Documentary Festival Amsterdam). Eind november draaide het circus weer op volle toeren. Dit jaar had ik een heel intiem kijkje in de keuken van twee documentairemakers.

In ruil voor ons verblijf in hun huis in New York heb ik mijn huis in de IDFA-week uitgeleend aan twee Amerikaanse documentairemakers; Pamela & Paco. Of activisten met een camera, zoals ze zichzelf liever noemen.Ze zijn al drie jaar bezig met een film over het ICC (International Criminal Court) in Den Haag. In de film volgen zij alle zaken die lopen bij het ICC, dus ze vliegen van Congo, Uganda, Colombia, Centraal Afrikaanse Republiek naar Darfur en terug. Uren en uren aan filmmateriaal is er geschoten; ook in Den Haag. Daar heeft Sig hen geholpen met het uitlichten van interviews en camerawerk.

Tijdens het IDFA worden we, samen met anderen, uitgenodigd om een ‘laatste versie’ van de film te bekijken. Paco heeft lekker gekookt voor na de film, de genodigden installeren zich al kettingrokend op de kussens en ook wij nestellen ons met een wijntje op de bank; klaar voor de voorstelling. Pamela, de regisseuse, legt uit dat wij de vijfde en laatste groep zijn aan wie ze deze versie laat zien. Daarna wil ze hem afmaken om te gaan draaien op festivals als het IDFA.

In de anderhalf uur die volgen zien we heel veel goeie beelden en is het duidelijk dat ze bij het ICC goed werk verrichten. Maar toch… schuurt en wringt er van alles. Het laatste half uur kun je de informatie over weer een nieuw land in oorlog niet meer verwerken. De film is vooral veel te lang en veel te vol. Zo jammer, want dat ‘dood’ de film. Een film maken is keuzes, keuzes, keuzes maken en valt of staat bij een juiste hoeveelheid informatie in een juist tempo opgevoerd aan de kijker.

Na afloop worden Pamela en Paco bestookt met kritiek. Als wij suggereren om er twee oorlogslanden ‘uit te halen’, zie je het gezicht van Pamela betrekken. Ze kan dat niet meer doen nu ze al die mensen in de film kent en hun verhaal wil vertellen. ‘Kill your darlings’ blijkt een onmogelijke opgave voor mensen die zo betrokken zijn bij hun onderwerp als zij.

Ben benieuwd hoe de film uiteindelijk gaat worden. Niet veel anders, ben ik bang. Ik ben er weer aan herinnerd hoe moeilijk het is om een goede documentaire te maken en dat ik dat ogenschijnlijk prachtige vak toch maar niet moet gaat uitoefenen. Blijf ik voorlopig toch maar gewoon een documentairekijker.

donderdag 27 november 2008

Berlin


Na de conferentie in Wenen was er een vergadering in Berlijn. Werken bij een internationale organisatie heeft zo zijn voordelen. Ik was sinds mijn middelbare schoolreis niet meer in Berlijn geweest en heb ook NIETS herkend van die keer! Dat kan kloppen, susten de Berlijners, onze stad verandert voortdurend.

Twee dagen was ik vrij en kon ik rondfietsen. Vrij als een vogel.
Wat een andere sfeer dan in Amsterdam! Berlijn heeft drie centra in plaats van één en dat maakt de oriëntatie zo compleet anders. Ook heeft Berlijn open plekken in de stad. Kom daar in Amsterdam maar eens om! Er is zoveel ruimte, alles is zo uitgestrekt. En wat veel lelijke flats bij elkaar! De prachtigste oude gebouwen en de lelijkste naoorlogse architectuur. De mooiste buurt vond ik Prenzlauer Berg, met zijn originele winkeltjes en zijn verbouwde ‘Kulturbrauerei’. Verder moest ik van insiders naar Friedrichshain en Kreuzberg, maar daar was het even zoeken naar de goeie straatjes.

In Kreuzberg had ik mijn meest bizarre moment toen ik totaal verkleumd van de kou in een café een appeltaartje at en een jonge zwerfster in het café aan iedereen geld vroeg. Aan mij vroeg ze een hapje van mijn appeltaart. Ik was te verbaasd om haar iets te geven (en wilde geloof ik vooral mijn vorkje niet met haar delen). Met een boze blik riep ze me toe: ‘Entschuldigung daB ich hunger habe’. Het taartje smaakte me natuurlijk helemaal niet meer.

En de muur. Dat blijft een intrigerende lijn door de stad. Ging toch weer naar Checkpoint Charlie en het Mauer Museum en was tamelijk teleurgesteld; wat een prutmuseum. Veel te veel informatie in veel te veel talen op vergeelde borden. Die dingen die je echt wilt weten kun je niet eens vinden. Neem dan het Joods museum. Daar zijn alle nieuwe ideeën over tentoonstellen wel doorgevoerd en dat alles in een prachtig gebouw.

Als iedere stad een eigen geur heeft, dan ruikt Berlijn naar kooltjes. Niet om op te eten, maar om te stoken. Dat wordt dus nog driftig gedaan in Berlijn. En dat ruikt heel knus en ouderwets.

Ik ga snel weer een keer naar Berlijn. Kijken of ik nog iets herken.

woensdag 26 november 2008

Conferentie


Conferenties zijn een vreemd verschijnsel. Je zou er ontzettend veel van op moeten steken, maar dat heb ik nog nooit gedaan. Je zou er nuttige contacten moeten opdoen, maar de contacten die ik opdoe zijn vooral leuk en helemaal niet nuttig.

Mijn conferentie is in Wenen. Met 150 andere ‘Human Rights Adult Educators’ gezellig in het Hilton Hotel. In de badkamer van mijn hotelkamer staat dat je normaal gesproken € 260 voor deze kamer moet betalen (belachelijke prijs; die de organisatie gelukkig niet heeft betaald!). Voor die prijs krijg je dan wel je naam (met een foutje) op je televisiescherm als je de TV aanzet!

En wat verveelt die luxe snel! Na al die gerookte zalm en terrines verlang je bijna naar een gewone bruine boterham met kaas. Of naar niks meer eten. De grote spiegels in de badkamer -die ik lekker thuis niet heb- zorgen ervoor dat je, genietend van het zoveelste chocoladetaartje van het buffet, het beeld van jezelf onder de douche ineens heel helder voor je ziet. Hmm.. misschien toch het laatste taartje vandaag. Na drie dagen plenaire sessies/ eten/ kletsen/ workshop/ netwerken/ workshop/ eten, smeekt het lijf om een beetje beweging. Gelukkig kan ik af en toe even ontsnappen en mijn lijf ‘uitlaten’ met een wandelingetje langs de Donau.

Het bizarre is dat niemand hardop uitspreekt wat een onzinnige bijeenkomst dit eigenlijk is. Iedereen vind het wel best, wordt ervoor betaald of vind het fijn een weekendje uit te rusten zonder de kinderen. Of is al zo gewend aan het vage verschijnsel conferentie dat ie het niet meer kritisch kan beschouwen. De organisatie zal ook nooit concluderen dat ze een half jaar voorbereidingstijd hebben weggegooid. De bezoekende ministers hebben lovende woorden over de conferentie in hun praatjes, want zo is hun geldpotje ook weer besteed. Mijn advies is om het geld dat ze zo aan de deelnemers besteden direct op de rekening van onze stichtingen te storten. Dan pas zie ik praktisch nut.

maandag 10 november 2008

In Memiriam


Vanochtend hoorde ik dat Miriam Mekeba, 76 jaar, na het concert dat ze gisteren in Italië gaf aan een hartaanval is overleden. Twee dagen geleden zag ik haar op het podium van Paradiso nog verleidelijk heupwiegen en rauw uithalen met haar Zuidafrikaanse alt en nu… is ze dood.

Het voelt zo raar om nu ineens getuige te zijn geweest van haar een na laatste optreden ever! En ‘Mama Africa’ maakte vrijdag nog geenszins de indruk van plan te zijn om dit aardse podium te verlaten! Ze had nog pientere praatjes, pretoogjes en die autoriteit die een dame van haar leeftijd zo goed af kan dwingen. Af en toe ging ze wel een nummertje zitten op een stoel op het podium. Daardoor konden we haar met kraaltjes versierde blote voeten goed zien, maar uitgeblust kwam ze niet over. Wel sprak ze de zaal toe: ‘Also when I’m no longer here, go and listen to my boys (the band), who will be the Miriam Mekaba-band with or without me..’.
Ik dacht nog, dat wordt niks met die band zonder jou. Zonder die typisch klikgeluiden in de zang en zonder jouw stem in de kraker ‘pata pata’ en die gigantische heupen die daarbij nog schalks in het rond draaien. Toen ze om een glas water vroeg, kreeg ze van iemand uit het publiek een blikje Redbull. Daar werd hartelijk om gelachen, maar achteraf was dat natuurlijk een voorbode. Redbull geeft je vleugels.

dinsdag 4 november 2008

Panda's


In het waterige ochtendzonnetje stonden/zaten/lagen vorige week ineens 1600 panda's in het gras van het Museumplein. Het Wereld Natuur Fonds wilde laten zien dat er ook in werkelijkheid nog maar 1600 panda's over zijn op deze wereld. Toen Sig en Zonne 's middags gingen kijken waren ze, op een enkeling na, weg. Ik denk dat ze zich stiekem achter het Van Gogh aan het voortplanten waren om volgend jaar echt het hele Museumplein te kunnen vullen!

dinsdag 28 oktober 2008

American Dream



Op nog geen twee uur rijden van New York richting het noorden bevind je je in een andere wereld. Hier, op het platteland van Amerika, kan het contrast met de stad vol hoge gebouwen, lawaai, verkeer en mensenmassa’s haast niet groter. De dorpjes zijn stil, lieflijk gebouwd op een heuvel, omringd door bomen in vurige kleuren en met huizen van hout en sfeervolle veranda’s. Het lijkt wel een sprookje. Er heerst hier een bijna surrealistische vrede.

Zo rijden wij een dergelijke ‘luchtbel’ -een dorpje dat Westhampton heet- binnen op een zonnige dag. We treffen het. Vandaag is er een herfstfestival. Op het centrale grasveld begint het festijn met een demonstratie van een Border Collie (hond) die een troep ganzen probeert te laten slalommen. De ganzen willen natuurlijk weer niet. Daarna volgt in het trage tempo van de countryside een demonstratie bijlen gooien, bomen zagen, pompoenen slingeren met een katapult, vogelverschrikkers maken en boeketjes maken van siermais. De oudere dames van het dorp staan trots achter het kraampje met heerlijke taarten, waarvan de opbrengst gaat naar de plaatselijke bibliotheek. Wij lunchen met bosbessentaart, verse donuts en brownies. De mensen zijn vriendelijk, de zon schijnt, iedereen is gelijk, het leven is mooi.

De middag eindigt met het grote spektakel: The Great Pumpkin Roll! In een grote stapel zoekt iedereen een mooie pompoen uit, zet zijn naam erop en laat hem vervolgens tegelijk met de rest van het dorp de heuvel af rollen. Wiens pompoen het verste komt heeft gewonnen. Wij doen alle drie mee (al blijkt het toch vooral voor kinderen) en hollen opgewonden achter onze pompoenen aan naar beneden. Eenmaal beneden zien we het golfkarretje passeren waarin twee heren gewichtig de twee winnende pompoenen op hun schoot hebben. Helaas, geen internationale winnaars in Westhampton vandaag.

Met rode wangen van de wedstrijd eten we op strobalen bij een groot vuur dat is aangestoken. Het hele dorp haalt wat zoete bonen, een hamburger en een chocolate chip cookie om op te eten bij het vuur. Wij voelen ons opgenomen in de gemeenschap en warmen ons aan de aandacht en het vuur. Als het donker wordt moeten we naar onze auto, waarin we slapen. Nog even kijken we achterom naar het witte kerkje, de heuvel en de nu verlaten straat. Het leek wel een droom.

vrijdag 17 oktober 2008

New York




'I'm in New York, New York, city that never shuts up', zingt Ani Difranco al dagen in mijn hoofd.

Ik ben nu een week in the Big Apple en vind het moeilijk om de stad in woorden te vangen. Het is zoveel! Druk, benauwend, rijk, arm, lekker warm buiten en binnen vaak koud door de airco. Ik raak eindeloos gefrustreerd door mijn constant gebrek aan orientatie; telkens als je uit de metro komt weet je niet welke kant 'uptown' of 'downtown' is. Aaaargh!! De Newyorkers zijn altijd bereid om je uit je lijden te verlossen, maar kunnen een ironische grijns niet onderdrukken; stomme toerist. Het schijnt overigens wel dat de toeristen hier de economie op dit moment draaiend houden. Iedere ochtend begint met de verplichte beker take away coffee en daarna lopen, lopen en nog eens lopen. Nogal wiedus dat al die Amerikanen op die foute sportschoenen lopen; you just need them!

Door het programma van mijn werk de afgelopen week was ik in de gelegenheid om de stad op een andere manier te zien dan de gemiddelde toerist. Onze groep bezocht o.a. de Kipp School in de Bronx (zwarte wijk), waar kinderen door superenthousiaste docenten worden gestimuleerd om uit hun 'underprivileged' situatie te breken. Bijna al deze kinderen stromen door naar een goeie High School en zo wordt de negatieve spiraal van armoede doorbroken. Ook bezochten we een Community Court, waar overtreders van de wet niet altijd gevangenisstraf krijgen, maar de optie krijgen om een afkick-programma te volgen of een opleiding te doen. Kortom, waar de problemen bij de wortels worden aangepakt. Helemaal goed! Begrijp niet waarom er nog normale 'courts' bestaan!

Verder is de veelheid aan culturen natuurlijk een feest. Het is vooral boeiend om te zien dat het hier veel minder dan bij ons als problematisch wordt gezien. Integratie? Hoezo? Iedereen gelukkig met zijn eigen groepje en eigen taal en iedereen voelt zich toch ook Amerikaan. En het levert prachtige plaatjes op, zoals de Joodse families in Brooklyn die 's avonds na hun loofhuttenfeest massaal op straat lopen in hun markante uitdossingen. Dat zien wij nooit in Amsterdam. Of grote zwarte mannen die op de straathoek basketbal spelen. Mijn eerste morgen in Brooklyn zat ik de eerste ochtend in een totaal Latino-run ontbijtplekje aan de home made fries for breakfast. Sowieso raak je hier geobsedeerd door eten! Er is zoveel en je moet de hele tijd kiezen.

Je vraagt je wel af wie het zich kan veroorloven om hier te wonen als je hoort wat mensen betalen voor hun appartement. My goodness, dat is echt veel! Dat terwijl de gemiddelde mens er veel minder rijk of hip uitziet dan ik had verwacht. Waarschijnlijk hebben ze na het betalen van de huur geen cent meer over voor hippe sneakers.
Met de groep hebben we woensdag het presidentiele debat gekeken. Oh, wat is die McCain een eikel, zeg! Iedereen hier houdt zijn 'fingers crossed' voor Obama. Mocht ie het niet worden, dan gaan ze verhuizen. Zeggen ze.

Ik slaap in een van de slechtse hostels waar ik ooit in heb geslapen. Mijn 'single room' is een soort kast ongeveer net zo groot als mijn bed. Er zijn geen plafonds, waardoor je je buurman kan horen ademen! Posters op de deur vragen je hulp bij het verminderen van de kakkerlakken-plaag. Hmmm, dat krijg je blijkbaar als de grond per m2 zo duur is als in NY!

Ik heb nog een week om Amerika op me in te laten werken. Sig en Zon wachten op mij in Massachussets. Hoewel ik de Pijp gewend ben, verlang ik er wel naar om weer wat meer lucht te zien dan Manhattan en zijn hoge gebouwen toelaat. To be continued.

donderdag 2 oktober 2008

Ergernis



Ben gek op Amsterdam. Al toen ik 16 was en met een racefiets vanuit Castricum naar de Jordaan fietste (om een treinkaartje uit te sparen), dacht ik: ‘wauw, wat moet het gaaf zijn om hier te wonen! Dat wil ik ook!’.

En dat is gelukt. Ik woon hier alweer 16 jaar. Maar na al die jaren is er ook wel wat realiteitszin in geslopen. Dan zie je ook weer andere dingen van een stad, dan alleen maar die lonkende vrolijkheid.

Twee dingen met name moet ik even kwijt.
Wie haalt het in zijn achterlijke harses om het kratje voor op mijn fiets te verwarren met een vuilnisbak? Bijna dagelijks vis ik ’s ochtends een keur aan afgekeurde attributen uit mijn bak, variërend van patatbakjes met mayonaise, milkshake-bekers tot bananenschillen. Hoe zit je precies in elkaar als je dat doet? Het zou namelijk niet in mijn achterlijke harses opkomen om mijn vuil in andermens fiets te werpen. Mij bekruipt dan een soort onbestemde vrees voor waar die mensen dan wellicht nog meer in staat zijn. Dat heb ik overigens ook met mensen die het plastic zakje van mijn zadel jatten. Gebeurd ook een paar keer in de week. Hoe kun je dat doen zonder te denken aan hoe zielig het wel niet is dat die ander nu een natte kont krijgt? Voel je je al aangesproken? En dan heb ik het nog niet eens over die gek die alle fietskratjes in Amsterdam bespuit met de letters NBK! Wat een bizarre vorm van geldingsdrang!

Next. Wie heeft vanuit de gemeente bedacht dat alle herfstblaadjes van de stad liefst om 7 uur ’s ochtends door een soort omgekeerde stofzuiger moeten worden weggeblazen? Behalve het feit dat het ‘probleem’ vooral verplaatst wordt - want het karretje dat erachter aanrijdt neemt lang niet alle blaadjes mee- vraag ik me vooral af waarom dat ding ZOVEEL HERRIE moet maken. De stofzuigende in kwestie, gehuld in oranje gemeentepak eventueel gecombineerd met een gehaakte reggaemuts, draagt lekker oordoppen, maar zal ’s avonds toch ook nog wel nasuizen van zijn werk? Mag dat wel van de ARBO? En willen wij eigenlijk geen blaadjes op de stoep? Toch leuk! Hebben we eens een boom in de stad, worden de sporen snel verwijderd!

Ik kan me zo voorstellen dat deze klaag-rubriek nog eens terugkomt. Hij bevalt nu al heel goed.

zondag 28 september 2008

Autoloos





Dat was een sensatie vorige week zondag; Amsterdam autoloos! Autoloos bleek autoluw, want mensen mochten nog wel gewoon de stad uit. Maar wij vonden het genoeg reden om lekker breeduit over de drukst bereden wegen in de binnenstad te skaten. Een enkele keer maar werden we door een boze automobilist bijna van onze wieltjes gereden.
Op de groene markt op de Albert Cuyp staarden we naar hele sexy electrische scootertjes (veraderlijk, want geluidsloos) en op de Berlage brug probeerde Sig eens te 'whiken'; een zeil/ligfiets-combinatie.
Ik weet het nu zeker; ik ga op zoek naar een politieke partij die de binnenstad voorgoed autovrij wil maken (nog wel even van die stinkende diesel-camper van ons zien af te komen...).

vrijdag 19 september 2008

Aandacht



Stel, je schrijft een artikel op je werk en er komt een pop-up op je beeldscherm dat je weer een nieuw e-mailtje hebt. Je moet de neiging onderdrukken om hem te gaan openen. Stel, je hebt eens een goed gesprek met je partner over de zin van het bestaan en er komt een SMS-je binnen of erger, een telefoontje. Je kunt het gesprek voortzetten, maar afgeleid ben je wel. De buitenwereld dringt zich aan je op. Kinderen zijn ook van die fantastische ‘attention-suckers’ (term geleend van een ex-collega), die helemaal geen rekening houden met waar je mee bezig bent.

Een ding tegelijk doen is voor 'losers'; een beetje modern mens gaat niet meer alleen sporten, maar tegelijk TV kijken of muziek luisteren.Is dat momenteel niet het probleem van velen; aandacht? Of liever het gebrek eraan, of misschien de moeilijkheid van het goed verdelen van je aandacht? Naar aanleiding van een gesprek met Akke op een terras van de week hierover- een gesprek overigens waarbij we probeerden met zoveel mogelijk aandacht naar elkaar te luisteren, wat eigenlijk best moeilijk is- stuurde zij mij een artikel van Marjoleine de Vos, redacteur van het NRC Handelsblad, over ‘multitasken’.

De schrijfster verwerpt de himmelhoch-juigende stemming rondom het multitasken en stelt dat de mens eigenlijk niet in staat is om meerdere dingen tegelijk te doen. Je hoort het toch als iemand aan de telefoon stiekem probeert ook nog een e-mailtje te tikken en zaken als telefoneren en autorijden/fietsen/skaten gaan gewoon ook niet heel lekker samen. Ik ben het grondig met haar eens. Haar voorstel is om alle dingen die we moeten doen NA elkaar te doen in plaats van tegelijkertijd en dan met volle aandacht; seriële volle aandacht (SVO) noemt ze dat. Want er is ook uit onderzoek gebleken dat alles half doen erg slechte resultaten oplevert; je doet dingen slechter en je onthoudt er niks van.

Goed, de theorie is helder. Nu nog de praktijk. Zal ik dan maar niet meer, zodra ik thuis kom, de computer aanzetten? Zal ik dan maar niet meer een weblog bijhouden waardoor ik veel mensen opzadel met de ‘burden’ het ook nog te gaan lezen? En de ergste vijand van de SVO ben je altijd nog zelf. Het zijn niet alleen de SMS-jes en mailtjes die verstoring veroorzaken, maar vaak ook je eigen dwangmatige gedachten aan andere dingen dan die waar je op dat moment mee bezig bent. Hoe vaak ga je nu helemaal op in dat wat je aan het doen bent? Dat doet me dan weer denken aan ‘De kracht van het NU’; een boek dat ik nu herlees, omdat het me twee jaar geleden zo inspireerde. Ik blijk er weinig van onthouden te hebben. Zeker ook nog met iets anders bezig geweest.

vrijdag 12 september 2008

Ramadan


In het kader van de ramadanfestival ging ik vorig jaar bij een islamtische familie eten. Omdat het dit jaar weer kan, zal ik jullie mijn verslag van toen niet onthouden. Wie weet krijg je zin...

Ramadanfestival

Het overbruggen van een vermeende cultuurkloof begint al op de Albert Cuyp, waar ik, ik moet het eerlijk bekennen, expres een bosje bloemen aan het uitzoeken ben dat niet mijn smaak is. Ik denk ‘smaken verschillen’en probeer mij in te leven in de smaak van een islamitische familie die ik niet ken en waar ik straks ga eten. ‘Geen porum, dat bossie!’, zegt de marktvrouw dan ook. Is deze Amsterdamse directheid nou mijn cultuur?

Ik heb Matthijs meegesleept naar het diner. We zijn te vroeg en gaan op het bankje bij het huis in Slotermeer zitten wachten tot het zeven uur is. Als we vijf over zeven aanbellen – best spannend bij iemand die je echt niet kent- zegt onze gastvrouw heel direct en met een vrolijk gezicht ‘jullie zijn te laat!’. De drie andere gasten en de broer van de gastvrouw zitten al aan tafel. Zijn vrouw en de kinderen schuiven later ook aan. De drie andere gasten zijn allemaal vrouw, relatief jong en met een open blik. Dat wordt vast geen ruzie vanavond. Onze jonge gastvrouw heeft zich enorm uitgesloofd; er is heel veel heerlijk eten! Terwijl ze honderduit kletst over ramadan, de islam (‘ik ben niet echt praktiserend, hoor’), haar buurt en haar carrièrekansen, blijft de TV op de achtergrond beelden uit Mekka uitzenden. Haar broer vertelt over Marokko, Berbers en overeenkomst in taal (een van de gasten heeft Nederlands gestudeerd). Hij gaat, als het tijd is, weg om te bidden in de moskee. O ja, we waren al bijna vergeten bij een islamitische familie te gast te zijn. Na de muntthee moeten de kinderen nodig naar bed en de eerste gast moet haar bus terug naar Gouda pakken. In Gouda waren geen gastfamilies, zielig he. Wij stappen op, bedanken onze gastvrouw. Mijn lelijke bosje staat tussen de andere bossen bloemen en gekregen chocolade.
Heel bijzonder om van iemands gastvrijheid, verhalen en kookkunsten te hebben mogen genieten; en het kost niet eens iets! Vooral met dat laatste kun je indruk op autochtonen maken.

Fanfare




Soms, heel af en toe, is het leven heel eenvoudig. Als je je met een zich immer vervelende kleuter een ganse ochtend hebt verschanst in je stadswoning drie hoog achter, dan heb je ’s middags wel eens behoefte aan wat anders. Je weet nog niet precies wat, maar dat er iets moet gebeuren is een feit.

De kinderstraattheater-dag bij het Van Ostadetheater om de hoek biedt uitkomst. Ineens komen al die zich immer vervelende kleuters uit hun drie hoog achters gekropen en gaan ze zich met z’n allen op straat toch een potje vermaken! Er zijn fietsen op één wiel, grote circusballen om op te lopen en er is circusmuziek. Drie mannetjes met grote toeters en gekke snorren doen een fanfare na. Ze spelen stiekem supergoed en als ze zien hoe ik geniet gaan ze met z’n drieën om me heen staan om eens flink in mijn oor te toeteren.

Bij theatergroep Odd Enjinears kun je, na het invullen van een vragenlijst, een zeer persoonlijk ‘concert des levens’ laten spelen binnen in een spannende machine. Een clown ziet de godganse middag ballonnenbloemen in elkaar te draaien. Allemaal gratis.

Hoe simpel kan het zijn? We zijn toch niet bedoeld om in onze kleine gezinnetjes in onze kleine huisjes te hangen? Geef het volk brood en spelen en iedereen is gelukkig! Ik tenminste wel.

vrijdag 5 september 2008

Spit




Onze vakantie deze zomer had een nogal hoog calamiteiten niveau.

Het begon in een bos nabij Ommen. Ik had mezelf nogal ingewikkeld neergevleid op een rustieke boomstam op een open plek in het bos. Soms denk ik dat ik een slangenmens ben, en zo’n aanval moet het vast geweest zijn. Toen ik opstond merkte ik niks, maar toen ik Zonne’s billen wilde afvegen, bleek dat ineens niet zo erg meer te lukken; pijn in mijn rug. Ik waarschuwde Debbie, de moeder van Florian, waarmee ik in het bos was, dat ik spoedig zou gaan flauwvallen. Zij dacht nog ‘geintje’, maar na enkele seconden lag ik languit met mijn gezicht in het zand. De kinderen prevelden zacht mijn naam en snapten niet waarom ik zo plotsklaps was gaan slapen. Debbie goot een paar flesjes water over mij heen en zo werd ik even later weer wakker. Zij belde 112 en noemde als plaatsaanduiding ‘het bos’. Toen ze daar bij de centrale geen genoegen mee namen, moest ze er ook nog op uit om op zoek te gaan naar een ANWB-paddestoel (wij fietsten namelijk, heel ouderwets en onverantwoordelijk, nog zonder GPS).


Na een paar minuten kwam, als in een droom, de ambulance onze open plek binnengereden. Twee montere broeders sprongen eruit om mij met hun montere broeder-humor wel weer even snel op de been te helpen. Kreeg zelfs nog een heerlijke massage; echt een aanrader om ze eens te bellen als je daar in een bos eens zin in krijgt! Maar ondanks alles kon ik met geen mogelijk meer op een fiets. De broeders waren zo aardig om mij, Zonne en de fiets in de ambulance naar de dokter te brengen. Ondanks mijn overdreven enthousiaste houding in de ambulance, vond Zonne het vooral behoorlijk griezelig om ineens tot het ziekenvervoer te behoren. De dokter constateerde spit, een begrip dat ik voorheen vooral met 80+ associeerde, en gaf me pijnstillers. Een paar dagen later kon ik weer lopen.

De laatste dag van de vakantie had Sig ineens last van haar buik. Ik dacht nog ‘geen zin om de tent in te pakken, zeker’, maar ze bleef wel erg goed in haar rol. Uiteindelijk pakte ik, behalve de tent, ook Sig in en werd ze achter in de camper op een bank vervoerd. Bij haar moeder aangeland kwam de dokter erbij (na veel zeuren) en toen bleek dat hij toch een blinde darm infectie vermoedde. Zo werd Sig in een alternatieve ambulance, de auto van Frank, naar het ziekenhuis vervoerd, waar helaas, helaas, het ontstoken stukje darm operatief verwijderd moest worden. Twee dagen mochten de Alkmaarse zusters haar verwennen, voordat ze werd ‘ontslagen’. Daarna volgde nog weken uitzieken.

Als twee sterke jonge vrouwen gingen we op reis, als twee wrakken keerden we terug. Oost, west, thuis best.




vrijdag 29 augustus 2008

Grootje in het bootje



Mijn broer, altijd wars van formaliteiten, stropdassen en verplichte gezelligheid, had in een vlaag van romantiek op Valentijnsdag zijn vriendin in Australië ten huwelijk gevraagd. Met als voorwaarde dat de gehele plechtigheid zich in Nederland zou afspelen. Aldus geschiedde afgelopen zaterdag, in een oude kapel in Egmond aan de Hoef.

In die romantische vlaag had hij zich niet beseft dat hij in een bureaucratische molen terecht zou komen over vereiste papieren. En niet beseft hoeveel knopen er zouden moeten worden doorgehakt over marsepeinen taarten, ceremoniemeesters, champagne en het huren van bakfietsen! Zo gaat dat met huwelijken; je bedenkt iets spontaan en vervolgens kom je in een malle molen terecht, die weinig meer met het oorspronkelijk idee - dat het je leuk lijkt je wat minder vrijblijvend te verbinden met die ander- te maken lijkt te hebben. Het mooie is echter, dat eenmaal gezeten in je mooiste pak tegenover de ambtenaar van de burgerlijke stand, je wel weer terugkeert naar die essentie. Dan gaat het om je volmondig ‘ja’ en de bevestiging met een goeie kus.

Voor mij was het ook speciaal. Voor het eerst een keer getuige zijn, de eerste keer optreden met Freek en voor het eerst een echte schoonzus hebben natuurlijk! Ook blijkt zo’n bruiloft een uitstekend moment voor een reünie met veel familieleden. Een enkele enthousiaste nicht verzamelde e-mailadressen om dan toch maar eens een keer bij elkaar te komen en bij te praten na elkaar 25 jaar niet te hebben gezien. Daarvoor hoef je dus kennelijk niet eens in Australië te gaan wonen, om je ‘extended family’ enigszins uit het oog te verliezen.

Het bruidspaar zat de volgende dag alweer gewoon op de fiets naar het strand van Castricum; in spijkerbroek en zonder corsage. Life goes on. Toch aardig dat ik mijn broer een keer in mijn leven in een krijtstreeppak heb mogen zien. Hij gaat het pak thuis in Australië weggooien, zegt ie. Een beetje dwars is ie gelukkig nog wel.

dinsdag 19 augustus 2008

Lowlands



Dit weekend mijzelf ondergedompeld in de wereld die Lowlands heet. Was mijn eerste keer. Altijd al een laatbloeier geweest.

Nog nooit zoveel mensen bij elkaar gezien! En zoveel tenten op de vierkante meter! En zoveel rijen voor de WC! Ben ik de enige die zich- hangend boven de WC bril- afvraagt hoe je het in godsnaam moet organiseren dat honderden WC’s gemiddeld een keer per minuut worden doorgespoeld? En hoe je die immense circustenten krijgt opgebouwd? Nu verraad ik me; dit klinkt veel te nuchter en afstandelijk voor een festivalganger. Inderdaad, ik vind onderdompelen stiekem best moeilijk. Het ‘outsiders’ perspectief gaat mij van nature het beste af. En dat is natuurlijk niet de bedoeling; Lowlands moet je ‘ondergaan’. Iets minder koffie en iets meer bier had kunnen helpen.

De namen op de T-shirts van de festivalgangers voorspellen waar zij hun feestje gaan vieren. Bandjes met namen als The Hives, The Hoosiers en The Kooks spelen voor een publiek dat al van ze houdt voordat er één noot gespeeld is. Het erbarmelijke geluid bij de Dropkick Murpheys houdt de crowdsurfers niet tegen; gefeest zal er worden! Bij Franz Ferdinand wagen Jolanda en ik ons vlakbij het podium. Als de eerste tonen klinken springt het publiek als één man op en neer; staan blijven kan niet, want de schouders van de buren tillen je vanzelf omhoog. Grappig gevoel en blij dat ik geen teenslippers draag.

Mijn muzikale hoogtepunten bevinden zich opvallend vaak aan het begin van de dag en in de kleinste tenten. Ik ben duidelijk een ‘koffie-concert’-type. Erg genoeg blijkt ook bij mij dat mijn favorieten voor het festival dezelfde zijn al die erna. Ane Brun maakt, samen met haar strijkers, prachtige muziek. Een lust voor het oor, na al die stoere schreeuwerigheid. Ook Lucky Fonz III is een verademing, met zijn ontwapenende presentatie en zijn mooie liedjes.

Op de derde dag ben ik gewend aan de mensenmassa en aan de ranzige geuren die af en toe opstijgen uit de afvalbakken. Ik geniet van de vreemde uitdossingen waarmee mensen op het festival verschijnen (zie foto). Ook heel fijn om te zien dat het inmiddels ‘cool’ is om helblauwe oordopjes uit je oren te laten piepen en niet meer ‘cool’ om je oren voorgoed te laten verkloten door de Sex Pistols.

Als de eerste regendruppels vallen, besluiten de stoerste jongens in hun blootje een slip-wedstrijd op het gras te beginnen. Ze worden door duizenden, inclusief mijzelf, toegejuicht vanuit de droge tent. Het is gelukt; eindelijk heb ik het Lowlands-gevoel te pakken.

zaterdag 9 augustus 2008

Extremen



Als we de eerste nacht in de zeilboot gaan slapen dekken we de boot provisorisch af met een dekzeil. Heel ingenieus, met gewichtjes van volle waterflesjes; het ziet er prachtig uit. Helemaal sluitend is het niet, maar ach, wat geeft dat nou met prachtig weer. Als de zon ondergaat komen de muggen eens bij ons kijken. Eerst een paar en dan in dikke zwarte wolken. Snel vluchten we onder het dekzeil waar al snel net zulke grote wolken muggen onder vliegen als buiten. We wurmen ons snel in de slaapzakken, maar de muggen vallen massaal aan op onze heerlijk smakende gezichtjes. Pitbull-muggen noemen de Friezen ze. Dieper dus in de slaapzak en aantrekken die koortjes. Er is alleen nog een heel klein gaatje open waardoor we proberen adem te halen. Dat gaat best moeilijk in een slaapzak die gemaakt is om nog te verwarmen bij –10 C. Zonne krijgt spontaan de slappe lach van die drie mummies op de bodem van de boot en giechelt bij iedere pets die wij uitdelen aan brutale muggen die het nog proberen ons ademgaatje binnen te dringen. Pas als de zon weer opkomt gaan de muggen naar huis. Ons is het lachen dan inmiddels vergaan. Een blik op Zonne’s wangen zegt genoeg over wie er precies plezier heeft gehad vannacht.

In de late avondzon dobbert ons bootje door het wonderschone natuurgebied. De stilte is fenomenaal en het gebrek aan wind in de zeilen hindert ons totaal niet. Op zoek naar een plek om aan te meren voor de nacht belanden we op een klein eilandje. Daar is nog één ander bootje, waarvan de bewoners liggen te zonnen op het kleine stukje gras. Als wij, in verband met de pitbull-muggen, ons tentje gaan opzetten begint de jongen te spelen op zijn kleine accordeon. De ijle en melancholische tonen van het instrument vormen de perfecte achtergrond voor deze idylle. Het meisje vraagt ondertussen of we soms nog wat vegetarische bonen willen, omdat zij toch over hebben. Ik haal het flesje rosé uit het water dat heerlijk koel is geworden en vlei mij op de stoeltjes die nog net in het laatste zonnetje staan. Zon in het gezicht, heerlijk eten, zoete wijn en mooie muziek. Hoe perfect kan het leven zijn? Daar zijn we even stil van.

Zeilen



Brigitte Kaandorp had ooit een stukje in haar show over zeilen; over de ‘giek’ en de ‘ral’ en nog veel meer rare termen. En ik maar denken dat ze het overdreef. Toen wij vorige week op een gehuurde zeilboot in de Friese meren dobberden bleek het tegendeel. De wind nam ernstig toe. De bijgeleverde gebruiksaanwijzing zei:

Grootzeil enkel gereefd:
*zet de dirk door, zodat het gewicht van de giek erin hangt. Omhoog hijsen hoeft niet!
*zorg dat het vioolblok van de smeerreep vrij onder de giek hangt.
*haal de spanning van de halstalie en pik het bovenblok van de talie uit de halshoek.
*de schipper stuurt op, zodat de druk in het zeil mindert.

En dan te bedenken dat je het grootzeil pas gaat ‘reven’ als de wind zo hard is dat je bootje op één kant over het meer dendert, dat het kind in zwemvest bij voortduring roept ‘Ik ben baaaang!’ en dat je petje en gebruiksaanwijzing ook nog eens erg hun best doen overboord te slaan. Ik heb dus op goed geluk een lel gegeven tegen het vioolblok, nam nog een hapje van de smeerreep en toen hoefde de schipper alleen nog maar zachtjes op te sturen, waardoor de druk in het zeil verminderde. God zij dank niet aan lager wal geraakt. Begrijp je ook meteen waar de term opge-fok-t vandaan komt.

zaterdag 19 juli 2008

Marktplaats


Geen mooiere plaats dan Marktplaats. Ik ben eraan verslaafd en met mij miljoenen mensen. Ik staar vaak peinzend voor mij uit….wat heb ik nou nog nodig in mijn leven?…. om dat ene materiële ongemak dan onmiddellijk te gaan oplossen met behulp van Marktplaats.

Het is niet alleen de perfecte manier om te weten te komen waar nou net dat tussenversterkertje dat jij nodig hebt ergens in Nederland staat te verstoffen op een zolderkamer, maar het is ook de manier om mensen te ontmoeten waarbij je normaal gesproken niet zo snel op huisbezoek zou gaan. Die keer van dat tussenversterkertje was ik dus bij een ouder echtpaar in Beverwijk, waarbij de vrouw duidelijk de zakelijkste was en bij het schenken van de koffie de minimumprijs nog eens herhaalde, daarbij dreigende blikken werpend op haar man. En mijn laptopje van die Hindoestaanse familie uit Uithoorn. Waarom zat die moeder toch ’s middags nog in haar ochtendjas op de bank?
Zo koop je niet alleen een ding, je sleept ook gelijk het verhaal van de vorige eigenaren mee naar huis. In Sloten kwam ik ooit bij een mannetje drie hoog achter in een armzalige flat. Zijn huis, mistig van de sigarettenrook, vol met platen en apparatuur. Hij had mij naar zijn huis gelokt met de volgende advertentie: ‘Philips boxen, 25 jaar geleden al topkwaliteit. Voor de liefhebber’. Nou, een liefhebber van een mooi geluid ben ik wel, maar een kenner van boxen zeker niet. Ik heb ze dus maar gekocht op zijn aanraden en de troostende gedachte dat, mocht het geluid tegenvallen, de boxen nog altijd mooi zouden staan in mijn retro keuken. Dat vertelde ik maar niet aan de verkoper, een echte liefhebber immers, die daar niets van begrepen zou hebben. Toen ik thuisgekomen als niet-kenner maar geen geluid uit de boxjes kon toveren, heb ik hem met schaamrood op de kaken opgebeld. En ja hoor, de volgende dag kwam hij in al zijn groezeligheid voorgereden en zonder al te veel te zeggen begon hij met zijn meegebrachte soldeerbout het juiste draadje aan het juiste tulpje te knutselen. En niks geen voorrijkosten; nee, hij deed het uit liefde voor het voortbestaan van ‘zijn’ boxjes.

Oh, en dan mijn andere retro-avontuur. De Bosch-koelkast uit de jaren ’50, zooooooo mooi, dat ik zwichtte, ondanks de milieubezwaren. Na een totaal verbouwde camper, omdat de koelkast er net niet inpaste, en een zweterige actie met mijn neef & vriend om het onding naar boven te takelen gaf de koelkast na twee dagen de geest. Ik mailde de mevrouw van wie ik hem gekocht had om haar te condoleren; de koelkast was al sinds zij 1 jaar was in de familie. Spontaan maakte ze de helft van het bedrag over.

Zat van de week achter mijn computer op nog een materieel ongemak; mijn bureaustoel. Nodig aan vervanging toe. Op Marktplaats lachte een grote zwarte directeursstoel naar mij. Ik spoedde mij naar de Westerparkbuurt en laadde de stoel in de auto. Ik had van de gevraagde € 75 ook nog € 25 weten af te pingelen! Thuisgekomen zag ik pas dat het een IKEA-stoel betrof en zocht de bewuste stoel op de IKEA-website. Nieuwprijs € 55. Hmmm. Voor 5 euro minder dan de nieuwprijs had ik me toch wel een ontzettende 2e hands stoel laten aansmeren! Ik belde meteen de verkoopster en deed mijn beklag. Ze zou het overleggen met haar vriend.

Ik wacht nog steeds op haar telefoontje. Als ik bel word er niet opgenomen. Daar gaat mijn vertrouwen in de medemens, daar gaat mijn lofzang op Marktplaats. Ik zoek nog kaartjes voor Lowlands; weet iemand nog wat betrouwbaars?

Zomerprogramma






Mijn werk zit er weer even op. De vijf weken van het zomerprogramma voor onze 22 studenten,10 Amerikanen, 10 Nederlanders en 2 Bosniërs, zijn afgerond.

Het waren heftige weken voor iedereen. Na de opening in Kopenhagen, waar alle 105 studenten van dit jaar aanwezig waren, verdween iedereen met zijn eigen groep naar Parijs, Berlijn, Warschau, Kopenhagen of Amsterdam. Daar werden ze getrakteerd op een (in Nederland door o.a. mij samengesteld) programma over
WO II en de stand van zaken rondom mensenrechten en minderheden in Nederland anno nu. In eerste instantie zag ik het niet zo zitten, dat stuk over WO II, maar ik moet wel constateren dat die onderdelen behoorlijk indruk maakten, ook op mij. Zo hadden we een gesprek met een kranige vrouw, nu in de 80, die vertelde hoe ze destijds baby’s uit de Hollandse Schouwburg smokkelde naar het tegenover gelegen kinderdagverblijf om de kinderen vervolgens te laten onderduiken. En Ed van Thijn, ex-voorzitter van Humanity in Action, die geëmotioneerd vertelde over zijn oorlogstijd met twee bezoeken aan Westerbork (Opmerkelijk, want normaal kom je daar maar een keer op doorreis..) Op een zondagochtend gingen we op de koffie bij Frieda Menco, die Auschwitz heeft overleefd en aan wie de studenten hun vragen konden stellen. Langzaam begon ik het toch heel bijzonder te vinden om in de gelegenheid te zijn deze mensen op hoge leeftijd hun verhalen over oorlog in Nederland nog te kunnen horen vertellen.

De lezingen over de stand van zaken mbt mensenrechten en minderheden in Nederland anno 2008 leverde wisselende resultaten op. Soms vielen de studenten in slaap of werden ze juist heel opstandig. Bijvoorbeeld tijdens een lezing van een dame van het discriminatiebureau die ons vroeg op te staan als we ons aangesproken voelde tot de categorie vrouw, homo, religieus gehandicapt etc. Niemand vond dat leuk; met een poging het hokjes-denken aan te kaarten, bereikte ze juist het tegendeel. Er waren ook een aantal super goeie lezingen, zoals die van Joris Luyendijk, die toch maar mooi even kwam opdraven voor ons kleine groepje studenten. Joris sprak over zijn visie op media & manipulatie en bezwoer ons dat dit zijn voorlaatste lezing was over dit onderwerp; het komt hem zijn oren uit! Ook interessant was het interview met Eveline Raijmakers, directeur van Chocolonely, die natuurlijk ook gelijk wat reepjes uitdeelde. En Margalith Kleiwegt besprak op een mooie, persoonlijke manier haar onderzoek in Slotervaart naar de ouders op de school van Mohamed B.

Na een spontaan ingelast bezoek aan het ICTY (Ex-Joegoslavië Tribunaal in Den Haag, erg indrukwekkend!) moesten de studenten dan toch echt zelf gaan werken aan een mini onderzoek naar bijvoorbeeld ‘slavernijmonumenten’, ‘weigerambtenaren bij homohuwelijken’ 'inburgeringtest’ of ‘importbruiden’. Gelukkig bleef er ook nog tijd over voor een incidentele picknick in het Vondelpark en wat feestjes bij mensen thuis. Op de ADHD-er, de autistische jongen en het televisieverslaafde meisje na, bleken de studenten best een puik groepje mensen bij elkaar. De eindevaluatie in Kopenhagen was lovend en emotioneel (ook door het chronische gebrek aan slaap). Brak en voldaan heb ik mijn limegroene koffertje vol zomerprogramma ervaringen tenslotte mijn huis binnengesleept om het geheel de komende tijd eens even flink te laten bezinken.

zondag 13 juli 2008

Helden



‘Alles doet het nog, alles doet het nog,’ zingen de vier helden uit de Nederlandse popgeschiedenis in De Kuip. Een nummer van hun ‘laatste’ CD Klaar. Klaar zijn ze er blijkbaar nog niet echt mee. Doe Maar doet het gewoon weer; 7 jaar na hun eerste reünieconcerten geven ze er nog twee in De Kuip.

Ik miste het 7 jaar geleden, maar nu ben ik erbij; mijn eerste Kuip-concert. En ik vind het ontroerend. Die mannen die 25 jaar meer leven in hun kop en lijf hebben zitten dan toen en toch gewoon weer diezelfde liedjes staan te spelen. Henny nog veel meer de aanvoerder dan ik me kan herinneren; zijn fonkelende ogen staren het publiek aan vanaf het megascherm. Wauw, dat is beslist geen uitgebluste zestiger. En Ernst, nog steeds een hoog knuffelgehalte en zeker ook charisma. Dat in tegenstelling tot Jan de gitarist, die maar een beetje zijn slagjes slaat in het midden van het podium en de andere Jan, stilletjes achter het drumstel. Ernst zingt ‘Je bent ineens geen kind meer, maar zo mooi, en minstens zeventien’. De dochter (zijn dochter?) van het meisje waar hij dit ooit voor schreef zit in de zaal. Dat is de volgende generatie, maar onze helden gaan daar niet onder gebukt. Deze mannen dragen hun jaren in stijl.

Punkers die te jong zijn voor Doe Maar, lopen toch met hanenkammen in Skunkkleuren. Het publiek is enorm gemêleerd en zoveel beleefder dan tijdens het gemiddelde avondje Paradiso! Hoera voor de provincie! We dansen op ‘Sinds 1 dag of 2’ en luisteren naar de klassieke tekst van ‘Nederwiet’. Iedereen kent de teksten en ik voel me zelden zo Nederlands als tussen die 50.000 mensen in de Kuip, die allemaal hetzelfde cultuurgoed delen. Doe Maar zingt ‘Dit is de laatste x’ en Henny zegt dat hij dat niet kan beloven. Niemand zou hem toch meer geloven. Ze blijven spelen tot hun 85e! Zo herken je echte helden.

donderdag 10 juli 2008

Sylvia

Ik heb een nieuwe liefde. Ze is zo leuk! Iedereen mag het weten, zelfs mijn vriendin. Ik zie haar iedere zaterdag, soms op het terras van Coffee Company, soms gewoon bij mij thuis. Liefst bij een lekkere Cappuccino.

Elke zaterdag koop ik de Volkskrant bij de sigarenboer. Dan check ik even of ‘ze’ er wel bijzit. Als het glanzende Volkskrant Magazine inderdaad verstopt zit tussen de bergen bijlagen, betaal ik snel en spoed mij vol volpret naar bij voorkeur een stoel in de zon. De hele krant met ‘echt & serieus’ nieuws verdwijnt onder de stoel om soms helemaal niet meer gelezen te worden. Ik richt mij volledig op mijn zaterdagse uitje, mijn rustpunt en blader koortsachtig op zoek naar haar….Sylvia. Als het hele Magazine een heerlijke Cappuccino is, dan is zij het laagje cacao op de schuimkraag. Heerlijk en zoet. Qua uiterlijk niet helemaal mijn type, maar qua schrijfstijl des te meer. Sylvia Witteman is de koningin der columns; een zwaar geval van schrijftalent met een flinke dosis humor. En ik ben geloof ik niet de enige verslaafde. Laatst ontstond er op datzelfde terras van de Coffee Company bijna een gevecht om het Magazine; mensen wilden allemaal even de rubriek ‘Van twee kanten’ over relaties lezen. Inderdaad ook zo’n toprubriek.

Was van de week in de AKO. Mijn hart sloeg over. Sylvia is er ook gebundeld! Wat een luxe. Nu zie ik haar niet alleen op zaterdag, maar kan ze doordeweeks lekker mee naar bed!

Zomerfestival



Over 't IJ-festival, gisteravond, met Ak & Wil. Verwarring. Wat is de voorstelling? Het publiek in de uitgereikte poncho's of toch de acteurs?

maandag 30 juni 2008

Voorstelrondje

Ook zo’n hekel aan voorstelrondjes? Ik wel, en ik ben zeker niet de enige. Mensen krijgen ineens vreemde vlekken in hun nek en raar afgeknepen stemmetjes als ze voor de groep moeten vertellen wie ze zijn en wat ze komen doen. Was de sfeer eerst nog gemoedelijk en spontaan, tijdens het voorstelrondje is die te snijden. Grapjes worden beantwoord met een beleefd glimlachje; iedereen is te druk met bedenken hoe zich eens minstens zo origineel voor te stellen.

Er is hoop! Voor het eerst van mijn leven had ik een leuk voorstelrondje. Hier volgt het recept. Tijdens de opening van het zomerprogramma van mijn werk (www.humanityinaction.org) in Kopenhagen, besluiten we een spontaan idee eens in de praktijk te brengen. Alle 22 studenten uit Nederland, Amerika en Bosnië, die de zomer in Amsterdam zullen doorbrengen, moeten één slechte gewoonte en één passie van zichzelf prijsgeven. De eerste student biedt aan te beginnen. Verdacht. En gelijk met de slechte gewoonte. Ze slaapt altijd met haar hond in haar bed. Dat hoort eigenlijk niet. Maar ja, de hond ruikt, als ze eerlijk is, net iets lekkerder dan haar vriend. En ’s morgens drinkt de hond thee met melk, zonder melk lust hij het niet. Op de plek in haar portemonnee waar haar vriend hoort te zitten, prijkt het portret van haar hond. En dit is nog maar student nummer 1. Er volgt nog een student die ieder dictaat met het kleinste vlekje erin afscheurt en helemaal opnieuw begint, soms tot vijf keer toe. Een ander moet van zichzelf altijd alles vier keer aanraken (op dat moment komt de directeur even kijken ‘hoe het gaat’; ze trekt een wenkbrauw op en vertrekt weer snel) en heeft een passie voor het dansen over groene heuvels bij een ondergaande zon. Dan hebben we een student die 72 uur achter elkaar naar soaps op DVD kan kijken en een ander die voortdurend hoopt ergens een celebrity te spotten. De klassieke sfeer van de voorstelronde heeft zich getransformeerd in die van een zelfhulpgroep. En toch, na deze ronde heb ik voor het eerst het gevoel echt iets te weten over iedereen. Dingen die te bizar zijn om te verzinnen en daarom juist weer heel erg ‘echt’ zijn. Enige probleem is dat we overduidelijk met een flink aantal weirdo’s opgescheept zullen zitten de komende weken. Maar gelachen hebben we wel.

Indianenstam



Amsterdam Oud-Zuid. Gisteren is er in het Sarphatipark een kleine, nog onontdekte, indianenstam opgedoken. De twee leden van de stam werden ondervraagd door de politie, maar leken niets te verstaan. Vervolgens werd de hulp ingeroepen van de redacteur van dit stadsblad, tevens antropoloog, teneinde communicatie met deze nieuwe bewoners van het park te bewerkstelligen. Daar gevreesd wordt voor agressieve uitbarstingen is besloten het park tot nader orde af te zetten voor het gewone publiek.

Voetbal-kater



Nog nooit heb ik mensen zo hard het Wilhelmus horen zingen als die avond, toen Nederland voetbalde in de kwartfinale tegen Rusland. Ik veerde op uit de bank en keek vol ongeloof uit het raam. Mijn hele straat zong uit volle borst en toen nog vol goede moed. Maar het zingen zou ons snel vergaan. De logeerkat 'Bikkel' keek bezorgd en van zeer nabij toe hoe de Nederlanders een Russisch pak voor hun broek kregen. Hij zag helemaal geen Bikkels. Wij alleen maar een voetbalkater.

donderdag 5 juni 2008

Goed Gesprek

“Wat ik je nog zeggen wilde is d…”
“Mam, moet je kijken!”
“Oh ja, schat, wat mooi!” “Wat zei je ook alweer?”
“Eh, nou dat ik er gister achter kwam…”
“Mammie, ‘k heb zo’n dorst…”
“Dan moet je even wat drinken, lieverd. Hier heb je water”
“’K wil wel een rietje, mam”
“Dat hebben ze hier niet….”
“Nou… dat is stom..thuis heb ik wel altijd een rietje!”
“Pff…Nou, laat haar maar even, hoor “
“Ja,…. graag. Ik was je iets aan het vertellen”
“Ja, ik luister toch!”
“Nou, ik krijg niet echt de indruk”
“Nou, kom op, doe niet zo flauw, wat wilde je zeggen”
“Eh… nou, dat ik me opeens bedacht dat het toch wel heel raar is….”
“Geloof dat ik moet poepen, mam…..”
“Dat meen je niet! Echt? Weet je het zeker? Die wc’s zijn hier altijd zo vies. Nou, ik ga wel even met je mee”……………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………..

“Zo, ging het?”
“Ja, ik heb haar even opgetild boven de bril. Nou, hèhè, waar waren we gebleven?”
“Ja, ik ben het zelf ook weer kwijt. Even denken…. Oh ja, ik weet het weer. Nou, dat ik me laatst opeens op de fiets bedacht dat het zo lang geleden lijkt…”
“Pas op, je glas, hij gaat bijna om!”
“… Dat het zo lang geleden…..”
“Mammie, …..‘k wil eigenlijk naar huis, ik weet hier niks te doen”
“Even wachten, lieverd, we gaan zo… Ja?”
“Nou, dat het zo lang geleden lijkt dat wij een goed gesprek hadden…”

Onderwereld




Ben lang niet overtuigd van het nut van de NoordIZuidlijn. Al dat geld, jááááren in de zooi en waarvoor? Prestige-projektje van een overijverige wethouder? Ving ooit op dat het tochtje van de Pijp naar CS vier minuten korter zou duren dan met de tram. Hmmoi….niet overtuigend.


En zo sta ik zaterdag in de rij voor de bouwplaats op de Ferdinand Bolstraat, waar het publiek, in het kader van de ‘Dag van de Bouw’, eens een kijkje mag komen nemen. Ik keuvel wat met een oud klasgenoot van de lagere school, die toevallig voor me staat. Wij gluren gezamenlijk naar de ‘lederhose’ van de Duitse werknemer; dit stuk van de lijn is in handen van een Duitse aannemer. Helaas zijn de witte veiligheidshelmen op als we aan de beurt zijn. Echt jammer.
Via stalen trappen dalen we af om uiteindelijk op 20 meter diepte in een enorme onderaardse gang terecht te komen. Wauw, echt indrukwekkend, een geheel onbekende onderwereld zo vlak bij mijn huis! Een vertrouwwekkende jongeman, wel met helm, neemt het woord. Bouwvakkers plaatsen hier met de hand ontelbaar veel stalen draden voordat het beton wordt gestort. De immense ruimte die we zien is straks het bovenste perron. Ze gaan nog dieper graven tot 30 meter om hieronder, in verband met de smalle Pijp, een tweede perron te bouwen, zodat de metro’s hier onder elkaar door kunnen rijden. Vanwege de waterdruk gebruiken ze voor dat laatste diepe stuk technieken uit de duikwereld en kunnen mensen er maar maximaal vijf uur werken. De hele wereld komt op bezoek, speciaal bij dit station, om te kijken hoe Nederland dit klusje gaat klaren. Het is namelijk nooit eerder vertoond. Een tunnelboormachine zal ingezet worden om de stations met elkaar te verbinden. Op de plek waar de boor door het cement zal komen zien wij reeds met krijt een grote cirkel getekend. Wat een feest moet het zijn om daarbij te zijn! En dat het project steeds meer geld kost? Ach, zo spreekt onze kloeke woordvoerder, je betaalt voor een biertje nu toch ook 2 euro in plaats van 2 gulden in 1995, toen de begroting werd gemaakt? Het publiek knikt onzeker.

Ze hebben me helemaal waar ze me hebben willen. Ik ben enthousiast over de NoordIZuidlijn! Ik vind het reuzenknap allemaal. Als je bedenkt hoe moeilijk het is om in een gemiddeld bedrijf een brief juist op de brievenbus te krijgen, dan zijn dit wel topprestaties. Ik hervind mijn cynische zelf heus nog wel, maar voor even voelt het als ‘mijn’ NoordIZuidlijn.

woensdag 21 mei 2008

XL


Mijn lijf verandert! Nee, echt! Iedereen zag het aankomen, behalve ik. Ik ‘voel’ me meer aankomen. Ik draag koppig broeken die ik vooral mentaal denk te passen, maar waarvan ik de knoop de hele dag meedogenloos in mijn buik voel duwen.
De enkeling tegen wie ik begin te zeuren, schudt meewarig het hoofd en mompelt iets van: ‘35 toch?’ ‘hormoonveranderingen, hè’ of ‘mannen worden nog eerder lelijk’.
Maar ik vind het raar! Mijn chocoladeconsumptie ligt nog steeds op hetzelfde, abnormaal hoge, niveau en mijn hardlooppogingen worden juist steeds consequenter! Hoe kan mijn buik dan ineens zelfstandig besluiten om hier anders op te reageren?
Bij de HEMA kun je geen badkleding passen. Ik kies het zekere voor het onzekere te nemen en een lekkere grote zwembroek, maat L, thuis te passen. Niet dus. Thuis blijkt mijn bil besloten te hebben dat ie onder de zwembroek uit wil hangen. Niet voor een gat te vangen haal ik direct een XL bij de HEMA en thuisgekomen staar ik naar diezelfde bil die er nog steeds niet in wil. Een broeiend gevoel van kwaadheid borrelt in mij omhoog. En wat dan met al die ECHT dikke vrouwen? Hoe moeten die zich voelen als ze een XL van de HEMA niet eens over hun enkels kunnen trekken? Nee, dan voel je je lekker! Ineens begrijp ik de aanwezigheid van Grote Maten Winkels met eufemistische namen als ‘Mateloos, Grand Diva, Dat Past en Exelle’.
Ik kan ze maar beter weten te vinden, want ik word sneller klant dan mij lief is!

Als rechtgeaarde feminist leg ik de schuld graag bij de HEMA, de H&M, de reclame en de maatschappij in het algemeen! Maar voor de zekerheid ben ik mijn dagelijkse dosis chocola toch maar een beetje aan het afbouwen….

Zomerse stad

Zodra de temperaturen stijgen boven de 20 graden raakt Amsterdam in extase. Ramen en bloesjes gaan open. Bootjes persen zich door de grachten en er staat een lange rij bij de ijskraam.
Vanuit mijn raam hoor ik de tevreden flarden van gesprekken die horen bij een stad in bloei. De Pijp is een favoriete plek om van de zwoele avonden te genieten. Persoonlijk vind ik restaurant Zinder qua naam het beste aansluiten bij dit soort warme dagen, maar het maakt het publiek geen bal uit; bier is bier, buiten is buiten en als je maar gezien wordt.
Nog zo’n zomerse favoriet is het Vondelpark. Toen ik er net doorheen reed leek heel Amsterdam er wel te barbecueën! Ik telde minstens drie feestjes, met ballonslierten om het feestgebied te markeren. Zo van, we zijn hier wel met z’n allen, maar het moet niet te gek worden! Dit is ‘ons’ feest, dus alleen wij mogen tussen deze ballonnetjes zitten. Vreemde dieren zijn mensen toch.

Op dagen als deze kan mij wel eens een weemoedig gevoel bekruipen. Juist door dat collectieve, dat ‘je-moet-nu-genieten’ weet ik het dan ineens even niet meer. Waarom ligt het hele park vol met gezellige groepjes en waarom heb ik niet zo’n gezellig groepje? Waarom gaat mijn telefoon niet met een jolige stem die zegt: ‘Yo, Chris, kom je ook? We zitten allemaal bij de derde Eik rechts van die ingang die we altijd nemen’. Begin ik te oud te worden voor de stad? Heb ik te saaie vrienden?
Mijn telefoon is stil als ik naast mijn fiets in het park mijn plastic bakje afhaal lasagne naar binnen werk. Zo stil dat ik kan horen dat de meisjes van het gezellige groepje naast me snoepjes gooien en die proberen te vangen met hun mond. ‘Kom op’, zeg een meisje aanmoedigend ‘als er een piemel in kan, moet dit ook lukken’.

Da’s dan weer een lichtpuntje in dit weemoedig uur: bij sommige ‘gezellige’ groepjes wil ik gelukkig helemaal niet horen!